Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 juni 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een asielzoeker. De eiser, die stelt de Sierra Leoonse nationaliteit te bezitten, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij hem op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000 de maatregel van bewaring is opgelegd. Eiser heeft aangevoerd dat er onvoldoende gronden zijn voor deze maatregel, omdat hij als asielzoeker Nederland is binnengekomen en er geen bewijs is dat hij zich aan het toezicht heeft onttrokken. Tijdens de zitting heeft eiser verklaard dat hij niet in 1997 maar in 1977 is geboren, wat relevant is voor zijn identiteit en asielaanvraag.
De rechtbank heeft overwogen dat de Staatssecretaris voldoende gronden heeft om de maatregel van bewaring op te leggen, onder verwijzing naar de Dublinverordening. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zich eerder aan het toezicht heeft onttrokken en dat er een concreet aanknopingspunt bestaat voor zijn overdracht aan Duitsland. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat er een significant risico op onttrekking aan de overdracht bestaat, en dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd is.
Eiser heeft ook betoogd dat de Staatssecretaris had moeten volstaan met een lichter middel, zoals een meldplicht of de mogelijkheid tot vrijwillig vertrek. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er in dit geval geen andere afdoende, minder dwingende maatregelen beschikbaar waren, gezien de eerdere onttrekking van eiser aan het toezicht en zijn weigering om terug te keren naar Duitsland. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, evenals zijn verzoek om schadevergoeding.