Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
[geboortedatum].
8 december 2020 ingewilligd. Daarmee is eiser het eens. Hij vindt alleen dat hem op een andere grond asiel had moeten worden verleend en met ingang van de datum van zijn eerste asielaanvraag. Ook vindt hij dat verweerder de kosten van het iMMO-rapport van
9 maart 2018 moet vergoeden, en dat hem naast een bestuurlijke dwangsom ook een rechterlijke dwangsom moet worden toegekend.
9 maart 2018, dat ook betrekking heeft op de situatie in 2008, heeft moeten opvatten als een impliciet verzoek om bestuurlijke heroverweging, slaagt deze stelling niet. Van een vreemdeling mag worden verwacht dat hij expliciet verzoekt om de eerder afgewezen asielaanvraag alsnog met terugwerkende kracht vanaf de datum van die eerdere aanvraag in te willigen. De rechtbank is het eens met verweerder dat eiser niet uitdrukkelijk om een bestuurlijke heroverweging heeft verzocht.
27 maart 2020 - dat de kosten van het iMMO-rapport vergoed zouden moeten worden. Dit levert een motiveringsgebrek op. De rechtbank ziet in de door verweerder gegeven motivering in het verweerschrift - zoals toegelicht ter zitting - geen aanleiding om dit gebrek te passeren of de rechtsgevolgen van het bestreden besluit op dit punt in stand te laten.
De rechtbank ziet aanleiding om ten aanzien van de gevraagde kostenvergoeding zelf in de zaak te voorzien. Daartoe overweegt zij als volgt.
Het beroep gericht tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag is niet-ontvankelijk.
€ 1.496,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor 1).
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit voor zover niet is beslist op het verzoek om vergoeding van de kosten van het iMMO-rapport en herroept het bestreden besluit in zoverre;