Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 december 2021 in de zaken tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Leiden, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
,-.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 7 december 2021, zijn twee zaken behandeld met betrekking tot de herziening en terugvordering van bijstandsuitkeringen van eiseres, die onder de Participatiewet (Pw) valt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Leiden, terecht de bijstandsuitkering van eiseres heeft herzien en een bedrag van € 3.399,31 heeft teruggevorderd. Dit besluit was gebaseerd op kasstortingen die eiseres had gedaan op haar bankrekeningen, welke door de rechtbank als inkomen zijn aangemerkt. Eiseres had verzuimd deze stortingen te melden, waardoor zij haar inlichtingenverplichting had geschonden.
In de tweede zaak werd eiseres een boete opgelegd van € 1.230,-, die later werd verlaagd naar € 1.190,-. De rechtbank oordeelde dat de boete niet in stand kon blijven, omdat de verweerder geen rekening had gehouden met de draagkracht van eiseres. De rechtbank heeft de boete vastgesteld op € 640,-, rekening houdend met de mogelijkheid voor eiseres om deze in twaalf maanden terug te betalen.
De rechtbank heeft de beroepen van eiseres gegrond verklaard, de bestreden besluiten vernietigd en de proceskostenvergoeding in bezwaar verhoogd. Eiseres heeft recht op een vergoeding van het door haar betaalde griffierecht en de proceskosten in beroep. De uitspraak benadrukt het belang van het melden van inkomsten en de gevolgen van het niet voldoen aan de inlichtingenverplichting onder de Participatiewet.