Artikel 2
Tot de aan de asielzoeker feitelijk geboden verstrekkingen, bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Rva 2005 (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0017959&artikel=20&g=2021-02-15&z=2021-12-07), worden gerekend:
a. de aan of ten behoeve van de asielzoeker en zijn gezinsleden verstrekte financiële toelage ten behoeve van voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven en de in natura verstrekte maaltijden;
b. het onderdak in een opvangcentrum of de financiële toelage ten behoeve van de huisvesting buiten een opvangcentrum, daaronder begrepen huisvesting op grond van het besluit Gemeentelijk Versnellingsarrangement (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0037439&g=2021-02-15&z=2021-12-07)(Stcrt. 2015, nr. 48827) en de daarbij behorende verstrekkingen bedoeld in dat besluit.
Artikel 3
De economische waarde per maand, bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Rva 2005 (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0017959&artikel=20&g=2021-02-15&z=2021-12-07), bedraagt:
a. van de verstrekkingen bedoeld in artikel 2, onderdeel a: de toelage bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Rva 2005 (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0017959&artikel=14&g=2021-02-15&z=2021-12-07), die aan of ten behoeve van de asielzoeker of vergunninghouder wordt of zou worden verstrekt voor het volledig zelf verzorgen van maaltijden, vermenigvuldigd met de factor 4,33;
b. van de verstrekkingen bedoeld in artikel 2, onderdeel b: € 50,00 voor een alleenstaande asielzoeker of vergunninghouder of eerste gezinslid, € 25,00, voor het tweede gezinslid en € 12,50 per volgend gezinslid, vermenigvuldigd met de factor 4,33, tot een maximum van € 433,00.
Artikel 4
De vergoeding, bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Rva 2005 (https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0017959&artikel=20&g=2021-02-15&z=2021-12-07), per maand is gelijk aan de in aanmerking te nemen middelen van de asielzoeker en zijn gezinsleden tot een maximum van de economische waarde van de verstrekkingen bedoeld in artikel 3 (https://wetten.overheid.nl/BWBR0024733/2019-10-05).
Artikel 5