ECLI:NL:RBDHA:2020:9533
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting en termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vennootschap onder firma, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting die was opgelegd over de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 maart 2014. De inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was omdat het onbevoegd was ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift was ingediend door een onbevoegd persoon, namelijk het Secretariaat van Effectief, en niet door de gemachtigde of eiseres zelf. De rechtbank heeft ook overwogen dat de termijn voor het indienen van het bezwaar ruimschoots was overschreden en dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was. Hierdoor werd het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard en werd het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.