ECLI:NL:RBDHA:2020:9470
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- S.D.M. Michael
- H.M.H. de Koning
- G.J.W.M. Kipping
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke heroverweging van intrekking verblijfsvergunning en verlening verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 15 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot bestuurlijke heroverweging van de intrekking van de verblijfsvergunning van eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft. Eiser had in 2014 een verblijfsvergunning gekregen, maar deze werd ingetrokken op basis van ambtsberichten van de AIVD, die aangaven dat hij een gevaar vormde voor de nationale veiligheid. Eiser heeft in 2018 verzocht om opheffing van het inreisverbod en om heroverweging van de intrekking van zijn verblijfsvergunning, met de argumentatie dat hij sinds april 2016 aan de voorwaarden voor een verblijfsvergunning voldeed, zoals blijkt uit een ambtsbericht van de AIVD van juni 2018. De rechtbank oordeelde dat de AIVD in dat ambtsbericht bevestigde dat eiser voorheen een gevaar vormde, maar dat er geen grond was om de intrekking van de verblijfsvergunning te heroverwegen. De rechtbank stelde vast dat de ingangsdatum van de verleende verblijfsvergunning terecht was vastgesteld op 10 september 2018, de datum waarop de aanvraag was ontvangen, en niet eerder, ondanks de stelling van eiser dat hij al eerder aan de voorwaarden voldeed. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.