Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummeraanduiding]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser, die stelt de Poolse nationaliteit te hebben. De maatregel van bewaring was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 29 juni 2020, op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De maatregel van bewaring werd op 2 juli 2020 opgeheven, waardoor de rechtbank zich moest buigen over de vraag of de bewaring onrechtmatig was geweest en of eiser recht had op schadevergoeding.
Tijdens de zitting op 13 juli 2020 heeft eiser, bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Eiser betwistte de bewaringsgronden en voerde aan dat hij niet naar Polen kon terugkeren vanwege reisbeperkingen tijdens de coronacrisis. De rechtbank oordeelde echter dat eiser niet had aangetoond dat hij niet kon vertrekken en dat de bewaringsgronden voldoende waren om de maatregel te rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken, en dat verweerder terecht geen lichter middel had gekozen dan de inbewaringstelling.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 juli 2020, en tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.