Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.
Op grond van artikel 147, eerste lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR) wordt naar regels bij ministeriële regeling te stellen van elk ongeval dat aan een militair in werkelijke dienst tijdens de uitoefening van de dienst is overkomen zo spoedig mogelijk een proces-verbaal opgemaakt. De militair is verplicht, zodra hij daartoe redelijkerwijs in staat is, kennis te geven van een hem overkomen ongeval als vorenbedoeld aan zijn commandant.
Op grond van artikel 147, derde lid, van het AMAR beslist Onze Minister of het ongeval waarop een proces-verbaal betrekking heeft wordt geacht wel of niet in verband te staan met de uitoefening van de dienst, van welke beslissing de militair schriftelijk in kennis wordt gesteld.
Op grond van artikel 2, eerste lid, van het Besluit wordt voor de toepassing van dit besluit onder arbeidsongeschiktheid met dienstverband verstaan: een arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekten of gebreken, die in overwegende mate hun oorzaak vinden in de aard van de aan de militair opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden, waaronder zij moesten worden verricht, en niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid zijn te wijten.
Op grond van artikel 2, derde lid, van het Besluit wordt voor de toepassing van dit besluit onder invaliditeit met dienstverband verstaan een invaliditeit van ten minste 10% ten gevolge van:
a. verwonding, ziekten of gebreken, welke zijn veroorzaakt door de uitoefening van de militaire dienst in geval van buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden;
b. ziekten of gebreken, welke het gevolg zijn van verrichtingen of vermoeienissen aan de uitoefening van de militaire dienst in geval van buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden verbonden, dan wel welke tot uiting zijn gekomen onder overwegende invloed van die verrichtingen of vermoeienissen; of
c. ziekten of gebreken, welke zijn ontstaan, tot uiting zijn gekomen of verergerd mede door inwerking van bijzondere, zeer nadelige invloeden, waaraan de beroepsmilitair in verband met de uitoefening van de militaire dienst in geval van buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden is blootgesteld geweest.
Op grond van artikel 2, vijfde lid, van het Besluit wordt onder buitengewone of daarmee vergelijkbare omstandigheden verstaan:
a. een uitzonderingstoestand in de zin van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden;
b. de deelname aan operaties ter bevordering of handhaving van de internationale rechtsorde;
c. de verlening van bijstand, zoals onder meer bedoeld in artikel 71 Wetboek van Militair Strafrecht, de artikelen 57, 58 of 59 van de Politiewet 2012 en artikel 146, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, voor zover sprake is van een verhoogd risico.
Op grond van artikel 2, zesde lid, van het Besluit worden tot de buitengewone omstandigheden in de zin van het vijfde lid mede gerekend:
a. het onder oorlogsnabootsende omstandigheden in praktijk brengen van theoretisch onderwezen bekwaamheden teneinde aldus de bedrevenheid in het uitvoeren van oorlogstaken te verwerven, op te voeren of te onderhouden, voor zover sprake is van een verhoogd risico;
b. gevaarzettende situaties die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van zijn taak waaraan de militair zich vanwege zijn specifieke functie niet kan onttrekken;
c. afzonderlijk door Onze Minister te bepalen gevallen die bijzonder van aard zijn en waarbij een verhoogd risico aanwezig is;
een en ander voor zover de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gezondheid geheel of gedeeltelijk door de Commandant Zeestrijdkrachten, de Commandant Landstrijdkrachten, de Commandant Luchtstrijdkrachten, of de Commandant Koninklijke Marechaussee buiten werking zijn gesteld.