ECLI:NL:CRVB:2015:219
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.J.A. Kooijman
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag invaliditeitspensioen na dienstongeval tijdens militaire oefening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een invaliditeitspensioen door de Minister van Defensie, die betrokkene had afgewezen op basis van het argument dat er geen sprake was van invaliditeit met dienstverband. Betrokkene, een cadet bij de Koninklijke Militaire Academie, had tijdens een militaire oefening op 10 december 2008 een ongeval gehad, waarbij zij letsel opliep door fysiek geweld van medecadetten. De rechtbank had eerder geoordeeld dat dit ongeval als een dienstongeval moest worden aangemerkt, omdat de oefening onder verzwarende omstandigheden plaatsvond en er onvoldoende beschermende maatregelen waren getroffen.
De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank bevestigd en benadrukt dat de eindoefening het karakter had van het onder oorlogsnabootsende omstandigheden in praktijk brengen van theoretisch onderwezen bekwaamheden. De Raad oordeelde dat er sprake was van een verhoogd risico op letsel, omdat de instructeur niet gespecialiseerd was in vechtsport en de deelnemers onvoldoende beschermd waren. De Raad heeft het hoger beroep van de Minister van Defensie verworpen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij de Minister werd opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar tegen de afwijzing van het invaliditeitspensioen.
De uitspraak heeft ook financiële gevolgen, aangezien de Minister werd veroordeeld in de proceskosten van betrokkene, die zijn vastgesteld op € 974,-. De uitspraak benadrukt het belang van adequate veiligheidsmaatregelen tijdens militaire oefeningen en de erkenning van dienstongevallen in het kader van arbeidsongeschiktheid en invaliditeit.