ECLI:NL:RBDHA:2020:7590
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van opvang en verstrekkingen aan asielzoeker wegens gebrek aan acute medische noodsituatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 augustus 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een asielzoekster en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De eiseres, een Marokkaanse vrouw geboren in 1943, had beroep ingesteld tegen een besluit van het COA dat haar recht op opvang en verstrekkingen per 4 januari 2020 beëindigde. Dit besluit was genomen op basis van de stelling dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor opvang zoals vastgelegd in de Regeling verstrekking asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva). Eiseres voerde aan dat er sprake was van een acute medische noodsituatie die recht op opvang zou moeten opleveren. De rechtbank oordeelde dat de toetsing van een acute medische noodsituatie enkel relevant is voor feitelijke opvang, en aangezien eiseres bij haar dochter woont en geen feitelijke opvang wenst, kon dit niet leiden tot toewijzing van haar verzoek. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden van de Rva en dat het COA terecht had besloten haar verstrekkingen te beëindigen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.