Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juni 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser, die stelt de Marokkaanse nationaliteit te hebben en geboren te zijn in 2003. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 28 mei 2020 de maatregel van bewaring opgelegd op basis van artikel 59, eerste lid, onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 8 juni 2020 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting heropend op 11 juni 2020 om aanvullende stukken te bekijken.
De rechtbank heeft overwogen dat eiser de gronden van de maatregel van bewaring niet heeft betwist. Eiser voerde aan dat hij zonder rechtsgeldige titel is opgehouden en dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering is, gezien de coronamaatregelen. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring voldoende was onderbouwd door verweerder, die had aangegeven dat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat verweerder niet verplicht was om een leeftijdsonderzoek te verrichten, ondanks de bewering van eiser dat hij minderjarig is.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 12 juni 2020 en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.