5.5.Verweerder heeft ten slotte ook mee kunnen laten wegen dat het digitale onderzoek naar eisers social media gebruik de twijfels over eisers identiteit en nationaliteit niet heeft weggenomen. De verklaringen die eiser hierover heeft afgelegd heeft verweerder onvoldoende kunnen vinden. Er kan op basis van dit onderzoek in ieder geval niet worden vastgesteld dat eiser in werkelijkheid [eiser] is, zoals hij stelt.
Verder heeft verweerder terecht opgemerkt dat de omstandigheid dat eiser in de asielgehoren destijds uitgebreid heeft verklaard over Sierra Leone en dat deze kennis onwaarschijnlijk zou zijn als eiser uit Nigeria zou komen te weinig gewicht in de schaal legt. Immers, niet valt uit te sluiten dat eiser zich goed heeft voorbereid op deze asielgehoren, mede bezien in het licht van het categoriaal beschermingsbeleid dat destijds gold voor vreemdelingen afkomstig uit Sierra Leone.
6. Verweerder heeft dus aannemelijk gemaakt dat eiser bij de aanvraag van zijn asielvergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt over zijn identiteit en nationaliteit, terwijl die gegevens niet tot het verlenen van de verblijfsvergunningen zouden hebben geleidt als ze wel bekend waren geweest. Dit betekent dat verweerder bevoegd was om tot intrekking van eisers verblijfsvergunningen over te gaan. Aan verweerders besluitvorming liggen meerdere documenten en onderzoeken ten grondslag. Wat eiser hier tegenover heeft gezet is onvoldoende om aan het onderzoek en de conclusie van verweerder te twijfelen. Dat eiser naar eigen zeggen steeds heeft gezegd dat hij [eiser] is, is daarvoor op zichzelf in ieder geval niet voldoende en ook verder heeft eiser geen overtuigende bewijsstukken en verklaringen overgelegd. Er bestond onder die omstandigheden ook geen aanleiding voor verweerder om nader onderzoek te doen bij de autoriteiten van Sierra Leone.
7. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder ten onrechte geen belangenafweging heeft gemaakt. Het gaat om de intrekking van zijn asielvergunning en zijn recht op subsidiaire bescherming. Deze intrekking pakt onevenredig nadelig uit voor eiser. Verweerder heeft gehandeld in strijd met diverse Europese richtlijnen en fundamentele rechten.
Ter zitting heeft eiser in dit verband nog toegelicht dat hij bedoelt dat als er twijfel bestaat over eisers identiteit en nationaliteit, verweerder een belangenafweging moet maken.
Beoordeling rechtbank van de belangenafweging
8. De rechtbank overweegt dat hoewel de intrekking een discretionaire bevoegdheid is van verweerder en hij hiertoe dus niet toe over hoeft te gaan, verweerder in dit geval wel tot intrekking heeft kunnen besluiten. Daarbij is van belang dat voor de verlening - of het behouden - van een verblijfsvergunning asiel een harde voorwaarde is dat de identiteit, nationaliteit en het land van herkomst vaststaan. Zoals uit het voorgaande is gebleken, is dat hier niet het geval. Met de intrekking van de vergunning wordt beoogd de onterecht verleende asielstatus te herstellen naar de situatie zoals die had behoren te zijn indien de juiste gegevens bekend waren. Indien gedurende de asielprocedure van eiser zijn werkelijke identiteit en nationaliteit bekend waren geweest bij verweerder, dan was aan hem geen verblijfsvergunning op grond van het categoriale beschermingsbeleid voor Sierra Leone verstrekt. Om die reden bestaat in het kader van dit besluit tot intrekking geen ruimte voor een belangenafweging die tot een ander oordeel zou kunnen leiden. Verweerder heeft dit ook voldoende gemotiveerd en in het kader van de besluitvorming wel de persoonlijke feiten en omstandigheden van eiser betrokken bij de beoordeling van schending van de artikelen 3 en 8 van het EVRM. Tevens is getoetst aan het arrest Chavez-Vilchez, zodat sprake is van een zorgvuldige besluitvorming. Eiser heeft hier op zichzelf ook geen gronden tegen gericht.
9. Ook wat verder is aangevoerd, leidt niet tot het oordeel dat het bestreden besluit onrechtmatig is. Daarbij merkt de rechtbank nog op dat eiser geen beroepsgronden heeft gericht tegen verweerders overweging dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat er een schending van het Vluchtelingenverdrag zal plaatsvinden of dat eiser een reëel risico loopt op ernstige schade, zoals bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder b, van de Vw, als hij moet terugkeren naar Nigeria en evenmin tegen het opleggen van een inreisverbod.
10. De conclusie is dat de verblijfsvergunningen asiel van eiser terecht zijn ingetrokken. Dat betekent dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen gelijk krijgt. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.