Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eisende partij 1] , te [plaats 1] ;
[eisende partij 2], te [plaats 2] ;
[eisende partij 3], te [plaats 3] ;
[eisende partij 4], te [plaats 4] ;
[eisende partij 5], te [plaats 5] ;
[eisende partij 6], te [plaats 2] ;
[eisende partij 7], te [plaats 6] ;
[eisende partij 8], te [plaats 7] ;
[eisende partij 9], te [plaats 8] ;
[eisende partij 10], te [plaats 8] ;
[eisende partij 11], te [plaats 4] ;
[eisende partij 12], te [plaats 6] ;
[eisende partij 13], te [plaats 2] ;
[eisende partij 14], te [plaats 9] , [land 1] ;
[eisende partij 15], te [plaats 10] , [land 2] ;
[eisende partij 16], te [plaats 11] ;
[eisende partij 17], te [plaats 4] ;
[eisende partij 18], te [plaats 12] ;
[eisende partij 19], te [plaats 9] , [land 1] ;
[eisende partij 20], te [plaats 13] , [land 3] ;
[eisende partij 21], te [plaats 14] ;
[eisende partij 22], te [plaats 15] ;
[eisende partij 23], te [plaats 16] , [land 4] ;
[eisende partij 24], te [plaats 17] , [land 5] ( [land 5] ,
1.[eisende partij 25] , te [plaats 18] ;
[eisende partij 26], te [plaats 19] ;
[eisende partij 27], te [plaats 8] ;
[eisende partij 28], te [plaats 20] ,
1.De procedure in beide zaken (13-17 en 13-476)
- het tussenvonnis van 8 juli 2015 en de daarin genoemde stukken;
- het aangepast zakelijk verslag van de op 11 november 2015 gehouden informele
- het conceptdeskundigenrapport van juni 2016 (
- de reactie van eisers op het conceptdeskundigenrapport van 27 september 2016;
- de akte houdende reactie op het conceptdeskundigenrapport van de zijde van de Staat van
- de berichten van de Staat van 2 en 12 oktober 2016;
- de berichten van eisers van 5 en 19 oktober 2016;
- de rolbeslissing van de rechtbank over de voortgang van de procedure van 26 oktober
- het definitieve deskundigenrapport van 18 april 2017 (
- de rolbeslissing van 27 september 2017;
- de akte uitlating facturen deskundigen van 4 oktober 2017 van de zijde van eisers;
- de akte uitlaten facturen deskundigen van 4 oktober 2017 van de zijde van de Staat;
- het bericht van de rechtbank van 8 november 2017 over de kosten van deskundige
- de antwoordakte van de zijde van eisers van 11 juli 2018;
- de antwoordakte van de zijde van de Staat van 11 juli 2018;
- de rolbeslissing van 1 augustus 2018 over de voortgang van de procedure;
- de antwoordakte tevens uitlating productie van de zijde van de Staat van 16 januari 2019; en
- de ambtshalve beschikking van 1 mei 2019 waarbij pleidooi is bepaald op 11 november
2.De verdere beoordeling (in de beide zaken)
Het tussenvonnis van 8 juli 2015 en de vraagstelling aan de rechtbankdeskundigen
de microburst en de windshear, de dwarswind- en de rugwindcomponent
Final reportuitgebracht. Hoofdstuk 6 van dit rapport luidt: “
Answers to the court”. Hoofdstuk 7 bevat de
“Conclusion”.
7.CONCLUSION
Interim Report, version V17) een rapport ingediend, getiteld “
Review of Interim report, version V17”, opgesteld door de heren [X] , [Y] , [partijdeskundige 1] en [partijdeskundige 2] . Dit betreft een zeer omvangrijk rapport van bijna 100 bladzijden met 38 bijlagen, waarin zeer gedetailleerd op het conceptrapport van de rechtbankdeskundigen wordt gereageerd.
Review of the Final Report”, van 1 december 2017, van opnieuw bijna 100 dichtbedrukte bladzijden, opgesteld door [partijdeskundige 1] en [partijdeskundige 2] (hierna: de partijdeskundigen).
Review of Interim report, version V17van 27 september 2016. Zij stellen dat de rechtbankdeskundigen in het definitieve rapport hierop niet technisch-inhoudelijk zijn ingegaan. Daardoor is naar de mening van eisers niet voldaan aan het bepaalde in artikel 198 lid 2 Rv.
Review.In dit onderdeel van het definitieve rapport wordt het commentaar van de deskundigen van eisers puntsgewijs besproken. Eisers vinden echter dat deze bespreking door de rechtbankdeskundigen te summier is en dat de rechtbankdeskundigen uitgebreider en meer technisch-inhoudelijk op de opgeworpen punten hadden moeten ingaan. De rechtbank volgt eisers ook hierin niet. Gezien de omvang van de
Reviewen de hoeveelheid en de mate van gedetailleerdheid van de vragen, opmerkingen en kritiekpunten van de partijdeskundigen, kan van de rechtbankdeskundigen niet worden gevergd dat zij uitvoerig en gemotiveerd op ieder punt ingaan. In deze situatie acht de rechtbank de wijze van reageren waarvoor de rechtbankdeskundigen hebben gekozen te rechtvaardigen en toereikend. Dat geldt temeer nu de rechtbank naar aanleiding van de discussie tussen partijen of de
Reviewmoet worden toegelaten en, zo ja, hoe de rechtbankdeskundigen daarmee om moeten gaan, op 26 oktober 2016 aan de rechtbankdeskundigen heeft voorgehouden dat in hun definitieve rapport de opmerkingen van partijen dienen te worden betrokken voor zover deze opmerkingen de inhoud van hun conceptrapport betreffen.
“an in depth comparison between the set of actions, performed by the Dutch Aviation Safety Board, that should have been taken, and those that actually have been taken.”Uit de overwegingen in het rapport blijkt dat de rechtbankdeskundigen zich daarbij hebben gebaseerd op de gegevens die de Raad indertijd bekend waren. Dat is in lijn met de aan de rechtbankdeskundigen gegeven opdracht. Anders dan eisers bepleiten hoefden de rechtbankdeskundigen niet zelf vast te stellen wat de feiten waren. Dat volgt ook uit het tussenvonnis van 8 juli 2015 waarin juist is overwogen dat de rechtbankdeskundigen geen eigen onderzoek naar de oorzaak van de vliegramp dienen te verrichten.
microburstof
windshear. Eisers verwijten de Raad dat hij deze verklaring vrijwel meteen heeft overgenomen en als leidend voor de toedracht van de ramp heeft aangehouden, terwijl daar volgens eisers geen grondslag voor was.
The change of weather occurred rather abrupt, at the moment that the aircraft was on short inal at about 150 ft. With the – unexpected – arrival of a spearshead of an active frontal system from the South, winddirection and speed changed from the reported 150⁰ - 150 knots, max. 20 knots, to a wind of 220⁰ knots, with 35-40 knots. The aircraft entered a heavy rainshower, as observed by a crew at the holding position.
windshearen geen
downburst/microburstzijn aangetoond. Dat betekent ook dat het ongeval niet door een
windshearof
downburstkan zijn veroorzaakt, aldus eisers.
“Causes” heeft de Raad het volgende tekstvoorstel gedaan:
a sudden and unexpected windvariation in direction and speed
- From the forecast and the prevailing weather the crew of MP 495 did not expect the existence of windshear phenomena;
- The premature large power reduction and sustained flight idle thrust, most probable due to crew action;
- CWS mode being disengaged at 80 ft RA causing the aircraft to be in manual control at a critical stage in the landing phase.”
windshear. De Raad heeft bovendien voorgesteld om de
windshearaan te merken als de belangrijkste (primaire) oorzaak van het ongeval. De vraag is of de Raad op basis van de indertijd voorhanden gegevens deze opmerkingen redelijkerwijs heeft kunnen maken en dit tekstvoorstel heeft kunnen doen op de wijze zoals de Raad dat heeft gedaan. De rechtbank is van oordeel dat dat niet het geval is en overweegt daartoe als volgt.
windshear’ niet als de oorzaak van het ongeval genoemd, noch als ‘
contributing factor’.
windshearbij de nadering onder meer het volgende (pagina’s 26 en 27):
windshearde (primaire) oorzaak van het ongeval is geweest. Uit de hierboven aangehaalde overwegingen van de rechtbankdeskundigen – en ook uit andere onderdelen van het rechtbankdeskundigenrapport – blijkt weliswaar dat de weer- en windcondities een rol hebben gespeeld bij het ongeval, maar niet zodanig dat zij kunnen worden aangemerkt als de (primaire) oorzaak daarvan. Dat is ook in lijn met het Portugese onderzoeksrapport. In dat rapport wordt in paragraaf 1.7 ingegaan op de weer- en windcondities tijdens de vlucht en de nadering/landing. In de ‘
Analysis’ wordt onder 2.1 daarover het volgende opgemerkt:
windshear,echter niet aangemerkt als
probable cause,noch als
contributing factor.
windshearde
initiating causevan het ongeval is geweest, is dus te stellig geweest, gelet op de indertijd voorhanden zijnde informatie. De rechtbank is, anders dan de Staat, van oordeel dat van de Raad als deskundig orgaan van de Staat mocht worden verwacht dat hij de juiste conclusies trekt uit de rapportage van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (hierna: NLR) en dat hij zich ten aanzien daarvan niet op een gebrek aan voldoende specifieke expertise op dit punt kan beroepen.
fulfilled its obligations in due care”).
windshearniet verwachtte, een
contributing factoris geweest, niet wordt onderschreven door de rechtbankdeskundigen. Ook hier geldt dat de rechtbank het trekken van een onjuiste conclusie op een zo belangrijk punt onzorgvuldig acht.
wistdat zijn suggesties en conclusies ten aanzien van de aanwezigheid van
windshearen zijn tekstvoorstel ten aanzien van de (primaire) oorzaak van het ongeval niet door de Portugese onderzoeksraad waren overgenomen, bij de beantwoording van de 143 vragen en de bijeenkomst van 1 december 1994 is blijven vasthouden aan zijn
windshear-theorie. De Raad heeft eisers aldus verkeerd voorgelicht en op het verkeerde been gezet over de werkelijke oorzaak van het ongeval, namelijk een aaneenschakeling van menselijke fouten, aldus eisers.
windshearde (primaire) oorzaak van het ongeval is geweest. Wel is bij de bijeenkomst van 1 december 1994 door de heer [A] (luchtvaartmeteoroloog bij het KNMI) een uitgebreide toelichting gegeven over de weersomstandigheden in Faro en de weersverwachting, en is een uitleg gegeven over de begrippen
downbursten
microburst.Aansluitend op die uitleg, die tijdens de bijeenkomst verder niet is genuanceerd of gecorrigeerd van de zijde van de Raad, heeft de heer [A] gezegd:
microburst windshear, en dat bovendien de windsnelheden die de gezagvoerder doorkreeg geen reden voor hem vormden om te denken dat deze buiten de limieten waren, en dat er dus geen reden voor hem was om uit te wijken.
downbursten
microbusteen bepalende rol hebben gespeeld bij het ongeval. Ook is bij deze bijeenkomst niet door de Raad aan de orde gesteld dat zijn commentaar en tekstvoorstellen ter zake van de oorzaak en
contributing factorsvan het ongeval niet zijn overgenomen in het definitieve Portugese onderzoeksrapport. Daarmee heeft de Raad de indruk gewekt, dan wel laten bestaan, dat (de Raad nog steeds van mening was dat)
windshearde (primaire) oorzaak was van het ongeval.
windshearde oorzaak van het ongeval is geweest. Wel is op vraag 18 (
Beschikte de bemanning over voldoende informatie om te beoordelen of een landing met een DC10 voor 100% zeker verantwoord was?”) onder meer geantwoord:
kort voor de landing optreden van een plotselinge windverandering, waardoor het vliegtuig naar links werd weggezet.”
contributing factorsvan het ongeval, maar op een andere vraag, namelijk waarom het toestel niet midden op de 120 meter brede landingsbaan is geland, maar op 10 meter van de rand. Het antwoord op die vraag is, zoals hierna onder 2.39 zal blijken, niet onjuist.
windshearals
(initiating)
cause), en het bijbehorende door de Raad gedane tekstvoorstel, te stellig zijn geweest, en dat de Raad tevens een onjuiste conclusie heeft getrokken ten aanzien van de wetenschap van de bemanning over de aanwezigheid van
windshearals
contributing factor, en dat zulks als onzorgvuldig is aan te merken. De rechtbank acht het tevens onzorgvuldig van de Raad om niet jegens de nabestaanden en slachtoffers duidelijk te maken dat deze conclusies en tekstvoorstellen van de Raad niet zijn overgenomen in het Portugese onderzoeksrapport. In tegendeel. Tijdens de bijeenkomst van 1 december 1994 heeft de Raad de indruk gewekt dan wel laten voortbestaan dat (de Raad nog steeds van mening was dat)
windshearde (primaire) oorzaak was van het ongeval.
windshear,anders dan eisers betogen, ook niet kan worden uitgesloten. Het gaat dus met name om het zware accent dat de Raad op de
windshearheeft gelegd, en om de (te) vérgaande conclusie die de Raad daaraan heeft verbonden, namelijk dat de
windshearde
initiating causevan het ongeval is geweest.
lateral movement).De rechtbankdeskundigen hebben deze conclusie gebaseerd op de verklaringen van de piloten en de beschadiging van de landingsbaan aan de linkerzijde. Eisers betwisten dit oordeel van de rechtbankdeskundigen. Zij wijzen er in dit verband met name op dat de markering op de landingsbaan niet wijst op een laterale beweging. Dan had de groef in het asfalt immers niet rechtuit gelopen, maar een bocht naar links vertoond. Eisers verwijten de rechtbankdeskundigen dat zij op dit door hen ingebrachte argument niet zijn ingegaan.
excessive vertical speed”,waarop ook de breuk van het landingsgestel wijst. Eisers onderschrijven deze conclusie van de rechtbankdeskundigen niet. Zij voeren aan dat de NTSB de snelheid van de daling niet heeft berekend en de DFDR-data een dergelijke dalingssnelheid niet geregistreerd heeft. Ook stellen zij dat de breuk van het landingsgestel niet uitsluitend is veroorzaakt door de landingssnelheid, maar dat daarvoor ook andere oorzaken zijn aan te wijzen, zoals de zogeheten ‘
crab angle’.
crab angle,tussen partijen niet ter discussie staat. Zowel de rechtbankdeskundigen als de Staat onderschrijven de visie van eisers dat er meerdere oorzaken zijn voor de breuk van het landingsgestel, waaronder de
crab angle.
calls’ heeft gemist, te weten de “500”, de “Approaching Minimums”, en de belangrijkste
call“Landing” dan wel “Go-Around” op 400 voet hoogte.
callshebben besteed. Eisers wijzen erop dat de rechtbankdeskundigen wel hebben geconcludeerd dat de nadering had moeten worden afgebroken vanwege de instabiliteit van het vliegtuig. Eisers stellen in dat verband dat instabiliteit niet heeft te maken met het missen van de
calls,maar een ander onderwerp betreft. Wel onderschrijven zij het oordeel van de rechtbankdeskundigen dat bij een instabiele nadering deze nadering moet worden afgebroken. Daarover bestaat volgens eisers geen verschil van mening. Zij wijzen er in dit verband op dat de Raad de instabiele nadering indertijd had moeten signaleren en communiceren met de slachtoffers en nabestaanden en dat de Raad dat heeft nagelaten.
callzijn ingegaan. Zij hebben geconcludeerd dat de bemanning deze
callinderdaad heeft gemist. Verder hebben de rechtbankdeskundigen, zoals eisers ook hebben opgemerkt, geconcludeerd dat de nadering had moeten worden afgebroken in verband met de instabiliteit van het vliegtuig. Dit is overigens ook geconcludeerd in het Portugese onderzoeksrapport. Op pagina 108 is ter zake opgemerkt:
instabillity of the approachis in het Portugese onderzoeksrapport aangemerkt als een
contributing factor to the accident.
missed calls” was ingegaan, en dat de Raad ook had moeten ingaan op de noodzaak tot het afbreken van de landing in verband met de instabiliteit van de nadering. Anders dan de Staat heeft aangevoerd leest de rechtbank in het verslag van de bijeenkomst van 1 december 1994 niet dat tijdens deze bijeenkomst door de Raad kenbaar is gemaakt dat de instabiliteit van de nadering aanleiding had moeten zijn om de nadering af te breken.
with due care” heeft gehandeld.
auto throttletegen te houden. Zij werpen de rechtbankdeskundigen tegen dat zij aan dit aspect geen, dan wel onvoldoende, aandacht hebben besteed.
.In het Portugese onderzoeksrapport is daarover vermeld onder de
contributing factors to the accident:
contributing factorsvermeldt de Raad in lijn met zijn commentaar
:
geensprake zou zijn geweest van een harde landing, het landingsgestel ook
nietzou zijn afgebroken. Dit geldt temeer nu uit het in het kader van het onderzoek van de Portugese onderzoeksraad uitgevoerde metallurgische onderzoek (zie 5.2.3.3.1 van het rechtbankdeskundigenrapport) duidelijk is geworden dat er niets aan het materiaal van het landingsgestel mankeerde. Er was – bijvoorbeeld – geen sprake van een (inherente) verzwakking. De conclusie dat de breuk van het materiaal dus moet zijn veroorzaakt door extreem hoge belasting van dit materiaal acht de rechtbank gelet op het voorgaande niet onbegrijpelijk.
contributing factor.
flooded’ zijn van de landingsbaan niet openbaar heeft gemaakt, en deze verklaring niet heeft betrokken in zijn commentaar op het Portugese onderzoeksrapport, noch hierop is ingegaan bij de bijeenkomst van 1 december 1994 en de beantwoording van de 143 vragen.
‘flooded’zijn van de landingsbaan van groot belang is. Uitgaande van de situatie dat de landingsbaan van het vliegveld van Faro
‘flooded’was, gold dat de lengte van de landingsbaan onvoldoende was om te landen, terwijl bovendien de gerapporteerde windsnelheid in dat geval te hoog was om te landen. Uit de door de Raad niet-openbaar gemaakte en niet-vermelde verklaring van de gezagvoerder volgt volgens eisers dat deze ervan op de hoogte was dat de landingsbaan in Faro
‘floodedwas’. Hij had zich derhalve moeten realiseren dat het vliegtuig onder die omstandigheden niet in Faro kon landen en had moeten beslissen de landing niet door te zetten. Hij heeft desondanks tegen beter weten in de landing doorgezet. Deze cruciale informatie heeft de Raad echter niet aan eisers verschaft, aldus eisers.
The Phraseology “Flooded”.
the incorrect evaluation by the crew of the runway condition” aangemerkt als een
contributing factor to the accident.
flooded” en de consequenties daarvan. De rechtbank is echter tevens – met de rechtbankdeskundigen en de Staat – van oordeel dat uit het vervolg van die verklaring (“
in my mind, this condition did not exist during our approach.”) blijkt, dat de betekenis daarvan niet daadwerkelijk tot de gezagvoerder is doorgedrongen en dat hij zich die betekenis en daarmee ook de consequenties daarvan niet heeft gerealiseerd. Gelet op die uitleg acht de rechtbank de weergave daarvan door de Raad in zijn commentaar (“
The word “Flooded” however did not trigger the crew’s mind, and its significance was not realized by the crew. According to the statement of the Captain he took it to mean that the runway was wet.”)geen onjuiste weergave. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de Raad de strafrechtelijke verklaring van de gezagvoerder in redelijkheid heeft mogen weergeven zoals hij heeft gedaan. De Raad heeft op dat punt dus niet onzorgvuldig gehandeld.
floodeden waarom de gezagvoerder daar niet op had gereageerd:
van “flooded = breaking-action poor”, die heeft hij niet gemaakt. En aan de ene kant, gegeven zijn papieren die hij heeft, die hij kende, die hij had geleerd, aan de ene kant begrijpelijk.
the Experts estimate that the Captain’s statements have been considered “in due care” by the Commission of Investigation and the Dutch Aviation Safety Board.”
“in my mind, this condition did not exist during our approach.”
‘flooded’. Nu deze argumenten daar al door de rechtbank zijn besproken en beoordeeld behoeft dit onderwerp geen nadere bespreking meer.
touch down.Ook volgt de rechtbank eisers niet in hun stelling dat de rechtbankdeskundigen niet hebben aangegeven hoe het vliegtuig is aangevlogen en waar het precies is geland. De rechtbankdeskundigen hebben immers in onderdeel 8.6.4.1.2.3 van hun rapport de laatste fase van de vlucht zeer gedetailleerd geanalyseerd.
windshearals
(initiating)
cause), en het bijbehorende door de Raad gedane tekstvoorstel, zijn te stellig geweest. De Raad heeft tevens een onjuiste conclusie getrokken ten aanzien van de wetenschap van de bemanning over de aanwezigheid van
windshearals
contributing factor. De rechtbank acht het tevens onzorgvuldig van de Raad om niet jegens de nabestaanden en slachtoffers duidelijk te maken dat deze conclusies en tekstvoorstellen van de Raad niet zijn overgenomen in het Portugese onderzoeksrapport, te meer nu hij bij de bijeenkomst van 1 december 1994 de indruk heeft gewekt dan wel laten voortbestaan dat (de Raad nog steeds van mening was dat)
windshearde (primaire) oorzaak was van het ongeval;
missed calls” moeten ingaan. De Raad had daarnaast moeten ingaan op de noodzaak tot het afbreken van de landing in verband met de instabiliteit van de nadering.
kansop een beter resultaat gemist. De rechtbank ziet daarin aanleiding om bij de beoordeling van de vraag of eisers schade hebben geleden door het onrechtmatige handelen van de Raad toepassing te geven aan het leerstuk van de kansschade (vgl. HR 21 december 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX7491; HR 19 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1683).
roekeloos en met de wetenschap dat schade waarschijnlijk het gevolg zou zijn” aan te sluiten bij de uitleg die daaraan is gegeven in de jurisprudentie over het CMR (
Convention Relative au Contract de Transport Internationale de Marchandises par Route) en het maritieme vervoersrecht, en met name in de ‘
5 januari arresten’ van de Hoge Raad (vgl. HR 5 januari 2001, ECLI:NL:HR:2001: AA9308 en ECLI:NL:HR:2001:AA9309 ). In deze arresten overwoog de Hoge Raad als volgt:
flooded” en het niet afbreken van de landing vanwege de instabiliteit van de nadering, terwijl de weersomstandigheden weliswaar een rol hebben gespeeld, maar een kleinere dan de Raad destijds naar voren heeft gebracht.
bewustis geweest van de onder 2.97 genoemde fouten, noch dat zij, zich bewust van hun fouten en van de risico’s die die fouten meebrachten, desalniettemin hebben besloten de landing door te zetten. Dat geldt ook voor het onjuist interpreteren van het begrip “
flooded” en de daarmee samenhangende onjuiste beslissing om de landing door te zetten. Zoals hiervoor is overwogen is aannemelijk dat de betekenis van het begrip “
flooded” niet daadwerkelijk tot de gezagvoerder is doorgedrongen en heeft hij zich die betekenis en daarmee ook de consequenties daarvan niet gerealiseerd. De rechtbank volgt eisers niet in hun stelling dat de gezagvoerder zich, bewust van de inhoud van het begrip
“flooded” desalniettemin en tegen beter weten in (en dus bewust roekeloos) heeft besloten toch de landing door te zetten.
windshearbij het ongeval worden weggedacht, indertijd de conclusie vrijwel zeker zou zijn geweest dat geen sprake is geweest van bewuste roekeloosheid, en dat dus noch in de onderhandelingen met Martinair, noch in een eventuele procedure sprake zou zijn geweest van doorbreking van de aansprakelijkheidslimiet. De rechtbank schat de kans dat een beter resultaat zou zijn gehaald in die zin dat de aansprakelijkheidslimiet zou zijn doorbroken op vrijwel nihil.
windshearniet is aangemerkt als “
probable cause”, noch als
“contributing factor”. Verder blijkt uit het rapport dat het ongeval veroorzaakt is door diverse onjuiste manoeuvres en beoordelingsfouten van de bemanning, waaronder – onder meer – het tegen elkaar insturen van de gezagvoerder en de co-piloot, het te vroeg dichttrekken van het gas, het uitzetten van de CWS-mode, alsmede het verkeerd interpreteren van het begrip “
flooded”en het niet afbreken van de landing vanwege de instabiliteit van de nadering. De Staat heeft betoogd dat nu mr. De Vreede beschikte over de informatie waaruit blijkt dat het ongeval met name te wijten was aan menselijke fouten, en waarin
windshearniet als de oorzaak noch als
contributing factorvan het ongeval is aangemerkt, hij de onderhandelingen met Martinair dus heeft gevoerd op basis van de juiste informatie. Het is volgens de Staat daarom niet aannemelijk dat hij een beter onderhandelingsresultaat voor eisers had kunnen bereiken als het onrechtmatig handelen van de Raad achterwege zou zijn gebleven.
windshearen dat hij bij zijn weging (groot) belang hecht aan de weersomstandigheden ten tijde van de nadering en de landing. Dat blijkt onder meer uit zijn “Conclusie” op pagina 11 van zijn advies, waarin hij voorop stelt dat alle deskundigen het er over eens zijn dat de vlak voor de landing intredende
windsheareen grote rol heeft gespeeld bij het ontstaan van de ramp. Gelet daarop kan niet worden uitgesloten dat hij eisers zou hebben geadviseerd om (onder de limiet) hoger in te zetten en niet met de geboden bedragen genoegen te nemen, indien hij zich had gerealiseerd dat de weersomstandigheden een minder zware rol speelden dan waar hij in zijn advies van uitging, en dat eisers dat advies zouden hebben gevolgd. De volgende vraag is dan of dat in de onderhandelingen met Martinair en/of een eventuele procedure uitgemaakt zou hebben in die zin dat het tot een voor eisers beter resultaat zou hebben geleid. De rechtbank acht die kans weliswaar klein, maar niet verwaarloosbaar klein en daarmee wel reëel. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Als de Raad in zijn commentaar op het conceptrapport van de Portugese onderzoeksraad en bij de bijeenkomst van 1 december 1994 niet zo sterk de nadruk op de rol van de
windshearhad gelegd en deze niet had aangemerkt als
initiating cause,zouden mr. De Vreede en eisers in de onderhandelingen met Martinair uitsluitend zijn teruggevallen op het Portugese onderzoeksrapport, waaruit blijkt dat het ongeval is te wijten aan menselijke fouten en waarin
windshearniet als
causeof als
contributing factoris aangemerkt. De rechtbank is van oordeel dat er in dat geval een kans bestond op een beter onderhandelingsresultaat, omdat enerzijds mr. De Vreede en eisers waarschijnlijk bereid zouden zijn geweest zich harder op te stellen in de onderhandelingen, als zij zich er meer van bewust waren geweest dat er geen sprake was van een natuurramp of van een “
Act of God”, zoals één van de eisers het tijdens het pleidooi uitdrukte,, maar (voornamelijk) van menselijke fouten. Anderzijds geldt dat de onderhandelingspositie van Martinair dan minder sterk was geweest, omdat Martinair zonder de conclusies van de Raad over het opgetreden zijn van
windshearals
initiating causevrijwel geen disculperende omstandigheden meer in handen had gehad.
in algemene zinper eiser aangegeven dat er sprake is van niet door de vaststellingsovereenkomst vergoede schade. Per individuele eiser zal derhalve alsnog moeten worden aangetoond welke door de vaststellingsovereenkomst nog niet vergoede schade, voor zover blijvend onder de limiet, ieder van eisers heeft geleden. De rechtbank zal de beide zaken daartoe naar de schadestaatprocedure verwijzen.
3.De beslissing in beide zaken ( 13-17 en 13-476)
windshearals
(initiating)
cause), en het bijbehorende door de Raad gedane tekstvoorstel, zijn te stellig geweest. De Raad heeft tevens een onjuiste conclusie getrokken ten aanzien van de wetenschap van de bemanning over de aanwezigheid van
windshearals
contributing factor. Het is daarbij tevens onzorgvuldig van de Raad om niet jegens de nabestaanden en slachtoffers duidelijk te maken dat deze conclusies en tekstvoorstellen van de Raad niet zijn overgenomen in het Portugese onderzoeksrapport, te meer nu hij bij de bijeenkomst van 1 december 1994 de indruk heeft gewekt dan wel laten voortbestaan dat (de Raad nog steeds van mening was dat)
windshearde (primaire) oorzaak was van het ongeval;
missed calls” moeten ingaan. De Raad had daarnaast moeten ingaan op de noodzaak tot het afbreken van de landing in verband met de instabiliteit van de nadering;