ECLI:NL:RBDHA:2020:2521
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) en toepassing van tarief 2017
In deze zaak is in geschil of de auto’s die door eiseres zijn geregistreerd als gebruikt kunnen worden aangemerkt, en of de naheffingsaanslag Bpm terecht is opgelegd. Eiseres heeft aangifte gedaan voor de Bpm van 48 geïmporteerde auto’s, waarbij zij een vermindering op grond van artikel 10 van de Wet Bpm heeft aangevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de auto’s, die in het buitenland zijn geregistreerd in 2016 en 2017, bij registratie in Nederland kilometerstanden hadden tussen de 7 en 67, en dat er geen bewijs is dat de auto’s meer dan normale gebruikssporen vertoonden. De rechtbank concludeert dat de auto’s als nieuwe auto’s moeten worden aangemerkt, omdat zij na vervaardiging niet of nauwelijks in gebruik zijn geweest. Eiseres heeft ook verzocht om prejudiciële vragen te stellen aan het HvJ over het toetsingskader van de Hoge Raad, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat er geen twijfel bestaat over de overeenstemming van het toetsingskader met Europees recht. De rechtbank heeft geoordeeld dat de naheffingsaanslag en de belastingrente terecht zijn opgelegd, en heeft het beroep ongegrond verklaard.