ECLI:NL:RBDHA:2020:1643
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking van Nederlanderschap wegens verzwijging relevante gegevens tijdens aanvragen om verblijf en naturalisatie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker wiens Nederlanderschap door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was ingetrokken. De intrekking vond plaats op basis van artikel 14, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN), met terugwerkende kracht tot 8 februari 2016. De staatssecretaris stelde dat de verzoeker relevante feiten had verzwegen tijdens zijn aanvragen voor verblijf bij zijn partner en voor naturalisatie. De verzoeker had in zijn aanvragen verklaard dat hij geen relevante gegevens had verzwegen, terwijl hij in werkelijkheid een relatie had met een andere vrouw, wat de duurzaamheid en exclusiviteit van zijn relatie met zijn partner in twijfel trok.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker een spoedeisend belang had bij de beoordeling van het geschil, aangezien hij in Togo verbleef en door de intrekking van zijn Nederlanderschap niet in Nederland kon terugkeren. De rechter concludeerde dat de verzoeker ten tijde van zijn aanvragen niet had gemeld dat hij sinds 28 november 2011 contacten had met een andere vrouw, wat vragen opriep over de status van zijn relatie met zijn partner. De voorzieningenrechter oordeelde dat de intrekking van het Nederlanderschap gerechtvaardigd was, gezien de ernst van het verzwijgen van relevante gegevens. De rechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat het primaire besluit hoogstwaarschijnlijk in bezwaar stand zou houden.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in het aanvraagproces voor verblijfsvergunningen en naturalisatie, en de gevolgen van het verzwijgen van relevante informatie. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken.