ECLI:NL:RBDHA:2020:15013
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Italië en kwetsbaarheid eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 november 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. K. Mohasselzadeh, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. K. Elias, had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië volgens de Dublinverordening verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 17 november 2020 heeft eiser aangevoerd dat het voornemen van de Staatssecretaris te vroeg was uitgebracht, omdat de termijn voor acceptatie van de claim nog niet was verstreken. De rechtbank oordeelde dat er geen wettelijke belemmeringen waren voor het uitbrengen van het voornemen en dat de Italiaanse autoriteiten het claimakkoord fictief hadden aanvaard. Eiser stelde ook dat hij kwetsbaar was vanwege zijn epilepsie en dat hij niet kon worden overgedragen zonder garanties voor opvang en medische zorg in Italië. De rechtbank oordeelde dat verweerder mocht uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat er geen bewijs was dat eiser geen zorg zou ontvangen in Italië.
De rechtbank concludeerde dat de door eiser aangevoerde omstandigheden, waaronder de uitbraak van het coronavirus, niet leidden tot een onrechtmatige vaststelling van Italië als verantwoordelijke lidstaat. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.