Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , eiseres V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Over de ophouding
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een eiseres op grond van artikel 59, lid 1 onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De eiseres, die de Braziliaanse nationaliteit heeft, was in bewaring gesteld door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring terecht was opgelegd, omdat de verblijfsvergunning van eiseres op 29 oktober 2018 was ingetrokken en zij geen documenten had ingediend waaruit bleek dat zij rechtmatig verblijf had. Eiseres had aangevoerd dat zij dacht rechtmatig verblijf te hebben, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet volstond om de maatregel van bewaring te weerleggen.
Tijdens de zitting op 21 september 2020 heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde, haar standpunten toegelicht. De rechtbank heeft overwogen dat de Staatssecretaris voldoende gronden had om de maatregel van bewaring op te leggen, waaronder het risico dat eiseres zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de belangen van de Staat zwaarder wogen dan die van eiseres, gezien het feit dat zij sinds 2018 geen rechtmatig verblijf meer had en geen actie had ondernomen om haar verblijfsstatus te verifiëren.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 24 september 2020, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.