Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[AP & H] te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] ,
[PBB]te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1] ,
1.[de B.V.] te [plaats 2] , gemeente [gemeente 2] ,
[gedaagde sub 2]te [plaats 2] , gemeente [gemeente 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 augustus 2019, met producties 1 tot en met 36;
- de akte overlegging productie, met productie 37;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 5;
- de rolbeslissing van 22 april 2020;
- de rolbeslissing van 13 mei 2020, waarbij een comparitie van partijen is bevolen bij wege van een Skypezitting.
- het proces-verbaal van comparitie van 13 juli 2020, gehouden bij wege van een Skypezitting, en de daarin genoemde stukken.
2.De procedure
(eiseres sub 2)en door de holdingvennootschap van de heer [A] (hierna: ‘ [A] ’).
(eiseres sub 1)opgericht. A&PH houdt zich krachtens haar doelomschrijving bezig met de exploitatie van restaurants binnen de (franchise)formule [AP] 's. Dit houdt in dat A&PH zich richt op het zelf exploiteren van restaurants onder de [AP] ’s formule én op het laten exploiteren van restaurants onder deze formule, op basis van franchiseovereenkomsten. Vanaf de oprichting werden de aandelen in A&PH gehouden door PBB en door de holdingvennootschap van [A] . A&PH is na haar oprichting enig aandeelhouder in A&PR geworden.
de Geldleningsovereenkomst EHF’. [B] , A&PH en PBB hebben zich als hoofdelijk schuldenaren verbonden voor de terugbetaling van het openstaande saldo van de geldleningsovereenkomst EHF.
(gedaagde sub 2)en de heer [C] (hierna: ‘ [C] ’).
(gedaagde sub 1).Daarnaast is [gedaagde sub 2] enig aandeelhouder en bestuurder van
de Koopovereenkomst’) waarin is neergelegd dat A&PH (aangeduid als ‘Verkoper’) de aandelen in A&PR (aangeduid als ‘de Vennootschap’) verkoopt aan [de B.V.] en DSR (samen aangeduid als ‘Koper’), voor een koopsom van € 75.000. In de Koopovereenkomst is – voor zover nu relevant – het volgende opgenomen:
Geldleningsovereenkomst I’ genoemd. In de akte van Geldleningsovereenkomst I is A&PH aangeduid als ‘Schuldeiser’ en A&PR als ‘Schuldenaar’. In deze akte is – voor zover nu relevant – verder opgenomen dat de hoofdsom door de Schuldenaar in 60 gelijke maandelijkse termijnen lineair zal worden afgelost, de eerste termijn per 1 januari 2019. In de akte van levering als bedoeld onder 2.11. is verwezen naar de voorwaarden van Geldleningsovereenkomst I.
Geldleningsovereenkomst II’.
3.Het geschil
A&PHvan een bedrag van € 75.000, te vermeerderen met wettelijke handelsrente;
A&PHvan een bedrag van € 8.383,47 te vermeerderen met wettelijke handelsrente;
PBBvan een bedrag van € 35.800 te vermeerderen met wettelijke handelsrente;
A&PHvan een bedrag van € 1.921,56 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
PBBvan een bedrag van € 1.445,72 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
A&PHvan een bedrag van € 4.650,25 inclusief btw aan beslagkosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
PBBvan een bedrag van € 4.573,66 inclusief btw aan beslagkosten; te vermeerderen met wettelijke rente;
4.De beoordeling
de vordering onder I, voor zover ingesteld tegen [de B.V.]
inspannen voor het laten ontslaan” van [B] en zijn vennootschappen “
uit de hoofdelijke aansprakelijkheid”. Er staat niet dat koper zich met dit doel hoofdelijk garant zal stellen in plaats van [B] en diens vennootschappen.
kandegene die niet aan deze plicht voldoet, worden veroordeeld tot voldoening van het bedrag van de vordering waarvoor het beslag wordt gelegd, vermeerderd met rente en kosten.
€ 5.737 (2 punt × tarief V à € 1.707)