Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
3.De feiten
onvoorwaardelijk akkoord gaat met alle voorwaarden die de Provincie heeft verbonden aan de aanbesteding en de Opdracht, zoals gesteld in het Bestek inclusief Bijlagen en Nota’s van Inlichtingen; en
alle noodzakelijke maatregelen (onder meer voor de besteksconformiteit en beschikbaarheid van de Dienstregeling, het Materieel, de OV-Chipkaart en eventuele andere betaalmogelijkheden en de op te leveren volledige en betrouwbare actuele gegevens met betrekking tot de uitvoering van de Dienstregeling) tijdig en onvoorwaardelijk zal nemen teneinde vanaf de start van de Opdracht volledig te voldoen aan de inhoud van het Programma van Eisen en de ontwerp Overeenkomst.
4.Het geschil
5.De beoordeling van het geschil
vaststaatdat de inschrijver zijn inschrijving niet kan waarmaken of zal tekortschieten in de nakoming. In algemene zin geldt dat een aanbestedende dienst gehouden is nader onderzoek te doen naar een inschrijving indien er concrete aanwijzingen zijn dat de inschrijver haar inschrijving niet kan waarmaken. Bij de beantwoording van de vraag of een inschrijving irreëel is, is het binnen het bestek van een kort geding aan de eisende partij om eerst voldoende concreet te stellen, en zo nodig met stukken te onderbouwen, dat haar concurrent een niet realistische en/of marktconforme inschrijving heeft gedaan en om concreet uiteen te zetten waarom deze haar inschrijving niet gestand kan doen. Pas als twijfel mogelijk is over het realistische gehalte van de inschrijving dient de aanbestedende dienst voldoende inzichtelijk te maken dat en waarom aan de door haar gestelde eisen en voorwaarden wordt voldaan.
De overdracht of verpanding staat er niet aan in de weg dat de Nulemissieschepen en Productiemiddelen te allen tijde beschikbaar zijn (en blijven) voor de uitvoering van het POW in het Vervoersgebied (zowel tijdens de Opdracht als daarna);
De overdracht of verpanding vormt geen belemmering voor de overdracht van de Nulemissieschepen en Productiemiddelen conform Bijlage B9.2;
De Nulemissieschepen en Productiemiddelen dienen vrij van pand (of enig ander zekerheidsrecht) te worden overgedragen aan de opvolgende vervoerder of andere opvolgende eigenaar.
Duidelijk inzichtgeeft in zijn aangeboden ‘maatregelen’;
Met een onderbouwing aannemelijkmaakt dat (1) hetrealistischis dat de aangeboden ‘maatregelen’ daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden (onder andere door aan te tonen dat de vaartijden realistisch zijn) en (2) dat de maatregelen alseffecthebben dat een verhoging van de vervoerskwaliteit voor de Reizigers ontstaat.
“het maken van weerstands-, golfhoogte / golf hinder- en zeegangsberekeningen middels een 80 scores HPC cluster en FineMarine CFD Software”.CoCo Yachts B.V. heeft op basis van door Aquabus aangeleverde veronderstellingen onderzoek gedaan naar de vraag of het voor de Combinatie mogelijk is om de verbinding Dordrecht-Rotterdam met de door de Combinatie in haar inschrijving aangeboden extra stop bij Capelle aan den IJssel / Rivium binnen zestig minuten te varen. CoCo Yachts B.V. concludeert dat het in verband met aspecten rondom vaarsnelheid / golfhinder, haltering en laad- en lostijden niet mogelijk is om de verbinding Dordrecht-Rotterdam met een extra stop bij Capelle aan den IJssel / Rivium in overeenstemming met de eisen en voorwaarden van de aanbestedingsstukken te varen.
strengaan Toetsingscriterium T2 heeft getoetst. Het lijkt er op dat de Provincie alleen heeft gecontroleerd of Standaardformulier J volledig en consistent door Aquabus is ingevuld. Dit is op 21 april 2020 in antwoord op vragen van Aquabus door de Provincie bevestigd. De Provincie schrijft daarover:
Eisen: het implementatieplan voldoet aan de in het Bestek (eventueel gewijzigd en/of aangevuld door middel van de Nota’s van Inlichtingen) gestelde eisen;
Probleemloze start: de Inschrijver heeft naar het oordeel van het beoordelingsteam aannemelijk gemaakt dat de Opdracht op het moment van aanvang overeenkomstig alle daaraan gestelde eisen en wensen in uitvoering zal zijn. Dat wil zeggen, het implementatieplan bevat naar het oordeel van het beoordelingsteam voldoende waarborgen voor een probleemloze start van de Opdracht. Hierbij wordt getoetst of een probleemloze start van de Opdracht door de Inschrijver voldoende wordt geborgd;
Onderbouwing: alle bovenstaande 14 voorgeschreven onderdelen worden behandeld (en zo nodig ook onderdeel 15) en onderbouwd met de gevraagde (bewijs)stukken.