Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
afgiftevan het Dossier. De Wpg geeft weliswaar geen expliciet recht op het verstrekken van afschriften van documenten waarin de verwerkte politiegegevens zijn opgenomen, maar sluit die mogelijkheid ook niet uit. Het is uiteindelijk aan de bestuursrechter om te beoordelen of de verwerkingsverantwoordelijke in redelijkheid heeft kunnen kiezen voor het enkel geven van inzage, als die situatie zich voordoet, dan wel dat een verderstrekkende beslissing had moeten worden genomen.
lex specialismoet worden aangemerkt en niet kan worden doorkruist door de
algemene regelingvan artikel 843a Rv. Een verstrekking van politiegegevens op grond van artikel 843a Rv is in strijd met het gesloten verstrekkingsregime van de Wpg, zoals de wetgever dat voor ogen heeft gehad. Of in deze zaak een van de redenen zich voordoet op grond waarvan verstrekking van het Dossier kan worden geweigerd – zoals de Staat betoogt – zal dan ook in de bestuursrechtelijke procedure moeten worden beoordeeld.
erkenddat de eiser kennis mocht nemen van de gevraagde informatie en hem daarin inzage verleend, maar verstrekking geweigerd met de motivering dat de Wpg daartoe niet verplicht. Bovendien had eiser, omdat de beroepstermijn tegen de beslissing om geen stukken te verstrekken al was verstreken, geen andere mogelijkheid meer dan op grond van artikel 843a Rv een vordering in te stellen tot afgifte. In de onderhavige zaak is niet erkend dat eiser kennis mag nemen van de gevraagde informatie en valt niet in te zien waarom eiser niet de aangewezen route van artikel 25 Wpg zou moeten volgen. Eiser heeft nog betoogd dat die procedure “vermoedelijk zeer tijdrovend” zal zijn, maar heeft dat betoog onvoldoende geconcretiseerd en evenmin voldoende onderbouwd waarom de uitkomst van die procedure in redelijkheid niet kan worden afgewacht.