Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam] eiser, en
[naam]en
[naam],
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2020 uitspraak gedaan in de beroepen van eisers tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling zijn genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestreden besluiten op 22 september 2020 zijn ingetrokken, waardoor eisers alsnog in de nationale asielprocedure worden opgenomen. Dit betekent dat eisers hun doel hebben bereikt, en zij hebben daarom geen procesbelang meer bij de inhoudelijke beoordeling van hun beroepen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, aangezien verweerder niet is tegemoetgekomen aan eisers.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de intrekking van de bestreden besluiten en de toezegging van verweerder om de asielaanvragen inhoudelijk te beoordelen, voldoende zijn om de beroepen niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft ook de argumenten van eisers over de proceskosten in overweging genomen, maar heeft geoordeeld dat er geen procesbelang meer is, omdat de situatie is veranderd door de intrekking van de besluiten. De uitspraak is openbaar gedaan en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.