AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Poging tot doodslag en seksueel misbruik van minderjarigen door verdachte
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 6 oktober 2020 uitspraak gedaan in twee samenhangende strafzaken tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van een poging tot doodslag en het plegen van een zedendelict tegen een tweeling jonger dan 12 jaar. De verdachte heeft op 8 januari 2020 in Leiden de aangever meermalen met een mes gestoken, wat leidde tot ernstig letsel. De rechtbank oordeelt dat de poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen is, ondanks de ontkenning van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte voorwaardelijk opzet had op de dood van de aangever, gezien het aantal steken en de locatie van de verwondingen.
Daarnaast is de verdachte schuldig bevonden aan het seksueel misbruik van de tweeling, die op het moment van de feiten 5, 6 en 7 jaar oud waren. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als betrouwbaar beoordeeld, ondersteund door getuigenverklaringen en forensisch bewijs. De verdachte heeft de meisjes seksueel misbruikt in de periode van 1 juli 2018 tot en met 3 december 2019. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de slachtoffers in aanmerking genomen bij het bepalen van de straf.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, met de oplegging van de TBS-maatregel met dwangverpleging, gezien de ernst van de feiten en het risico op recidive. Daarnaast zijn er contact- en locatieverboden opgelegd ten aanzien van de slachtoffers. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn grotendeels toegewezen, waarbij schadevergoeding is vastgesteld voor zowel materiële als immateriële schade.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2020008501, van de politie eenheid Den Haag, district Leiden-Bollenstreek, districtsrecherche Leiden-Bollenstreek, met bijlagen (doorgenummerd p. 1 t/m 279).
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 16.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte [aangever] , met bijlagen, p. 71 t/m 84.
4.Proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres 1] ), p. 91 en 92 en bijlagen (foto’s mes) p. 144 t/m 147.
5.Een geschrift, te weten een letselbeschrijving [aangever] , opgemaakt door forensisch [arts] , namens GGD Hollands Midden.
6.Proces-verbaal van aanhouding, p. 20.
7.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 22 september 2020.
8.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2019344824, van de politie eenheid Den Haag, Dienst regionale recherche, Afdeling Thematische opsporing, Team Zeden, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 81).
9.Proces-verbaal van aangifte, p. 14 t/m 16.
10.Proces-verbaal van bevindingen informatie gesprek zeden, p. 12.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige, 18 t/m 20.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 24.
13.Proces-verbaal van bevindingen, letterlijke uitwerking studioverhoor [zusje 1] , p. 54-64
14.Proces-verbaal van bevindingen, letterlijke uitwerking studioverhoor [zusje 1] , p. 56 t/m 59.