Uitspraak
Rechtbank den haag
,
1.De procedure
2.Het incident tot tussenkomst, dan wel voeging
3.De feiten
bestaat uit Producten (en Diensten) van een groot aantal fabrikanten. Het grootste deel van de Installed base bestaat uit Producten en/of Diensten van een aantal fabrikanten. Deze fabrikanten noemen we voor deze Aanbesteding de Basis-fabrikanten. Om continuïteit in de bedrijfsvoering te kunnen borgen, is het voor de Deelnemer belangrijk dat minimaal de Producten en/of Diensten van deze fabrikanten aangekocht kunnen worden. Het gaat om de volgende Basis-fabrikanten:
4.Het geschil
Grossmann-arrestvoor discussie vatbaar is: prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie ('HvJEU'), dan wel de Hoge Raad ('HR') over de uitleg van dat arrest alvorens over te gaan tot verdere behandeling van de zaak;
5.De beoordeling van het geschil
Lämmerzahl-arrestvan 11 oktober 2007 van het HvJEU (C-241/06) moet de onderhavige rechtsbeschermingsclausule als toelaatbaar worden aangemerkt. Dit volgt ook uit de nationale jurisprudentie waarop Telindus zich beroept (ECLI:NL:RBMNE:2019:3440, ECLI:NL:RBDHA:2017:8383 en ECLI:NL:RBDHA:2017:8414). De Aanbestedingswet 2012 verbiedt een dergelijke clausule ook niet. Het beroep van Protinus op twee vonnissen van de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland gaat niet op, aangezien die uitspraken een andere situatie betreffen. Daarin was immers geen sprake van een rechtsverwerkingsclausule zoals aan de orde in de onderhavige aanbesteding, waarbij al vóór de bekenmaking van de gunningbeslissing in kort geding diende te worden opgekomen tegen de opzet/systematiek van de aanbestedingsprocedure. Tot slot kan ook het beroep van Protinus op het advies van de Commissie van Aanbestedingsexperts haar niet baten. Daarvoor is allereerst van belang dat adviezen van die commissie niet bindend zijn. Bovendien is in het advies het
Lämmerzahl-arrestniet betrokken en is de door Telindus aanhaalde nationale jurisprudentie, die dateert van na het advies, niet in lijn daarmee.
Grossmann-arrestvoor discussie vatbaar is. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de betekenis van dat arrest voldoende uitgekristalliseerd en bestaat over de uitleg ervan geen discussie (meer). De voorwaarde waaronder de vordering is ingesteld is daarmee niet ingetreden, zodat die vordering verder buiten beschouwing kan blijven.