Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
CEVA SANTÉ ANIMALE B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 juli 2019 met producties 1 tot en met 12 en 14 tot en met 30;
- productie 13 van de zijde van Bayer c.s., ingekomen op de griffie op 17 juli 2019;
- de Engelse vertaling van productie 13 van de zijde van Bayer c.s., ingekomen op de griffie op 19 juli 2019;
- de conclusie van antwoord, ingekomen op de griffie op 7 augustus 2019, met producties 1 tot en met 29;
- de akte overlegging reactieve producties van de zijde van Bayer c.s., ingekomen op de griffie op 13 augustus 2019, met producties 31 tot en met 50;
- de akte overlegging reactieve producties van de zijde van Ceva c.s., ingekomen op de griffie op 21 augustus 2019, met producties 30 en 31;
- een aanvullende kostenspecificatie van de zijde van Ceva c.s., ingekomen op de griffie op 26 augustus 2019, genummerd productie 32;
- de mondelinge behandeling van 27 augustus 2019 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities van Bayer c.s. en Ceva c.s., en de aanvullende kostenspecificatie van de zijde van Bayer c.s. die Ceva c.s. al op 26 augustus 2019 had ontvangen.
2.De feiten
“Formulierungen enthaltend Triazinone und Eisen”. EP 496 is verleend op 12 april 2017 op een aanvraag van 21 mei 2008 en doet een beroep op het Duitse prioriteitsdocument 102007025908 gedateerd 1 juni 2007. EP 496 is onder andere voor Nederland gedesigneerd. Het octrooi ziet op een samenstelling bestaande uit triazinonen en ijzer(III)-complexverbindingen voor het gelijktijdig behandelen van ijzertekorten en coccidia-infecties bij dieren. BAH heeft een licentie van BIP voor het gebruik van EP 496.
Formulierung gemäß Anspruch 1 enthaltend 1 bis 30% (m/V), bevorzugt 3-7 % (m/V) an Triazinon.
Formulierung gemäß einem der vorstehenden Ansprüche, wobei das dispergierte Triazinon eine Partikelgröße von d(v,90) kleiner oder gleich 30μm, bevorzugt d(v,90) kleiner oder gleich 20μm, und besonders bevorzugt d(v,90) kleiner oder gleich 10μm aufweist.
Formulierung gemäß einem der vorstehenden Ansprüche mit Konzentration an Eisenverbindung von 10% (m/V) bis 30% (m/V) an aktivem Eisen, bevorzugt 11,4 % (m/V) bis 25% m/V), besonders bevorzugt jedoch 20% m/V bis 25% (m/V).
Formulierung gemäß einem der vorstehenden Ansprüche mit einer Viskosität -gemessen durch Mittelwertbildung aus den bei Scherraten 128 s-1 und 256 s-1 mit einer Kegel/Platte Anordnung eines Rheometers gemessenen Werten-in einem Bereich von 10 bis 2500 mPas, bevorzugt in einem Bereich von 20 bis 1500 mPas liegt.
Formulierung gemäß Anspruch 1 auf Wasserbasis.
Formulierung gemäß Anspruch 1, enthaltend mindestens einen mehrwertigen aliphatischen Alkohol.
Formulierung gemäß einem der vorstehenden Ansprüche enthaltend eine polynukleare Eisen(III)-polysaccharid-Komplexverbindung deren polynuklearer Eisenkern aus ß-FeO(OH)-Einheiten besteht und welche Polysaccharidmoleküle in der weiteren Koordinationsphäre enthält.
Formulierung gemäß Anspruch 8, enthaltend eine polynukleare Eisen(III)-polysaccharid-Komplexverbindung ausgewählt aus: Eisen(III)-Dextran, Eisen(III)-hydroxy-polymaltose / Eisen(III)-Dextrin und einer nicht-stöchiometrischen Verbindung aus polynuklearem ß-FeO(OH) und Saccharose und Oligosacchariden.
Formulierung gemäß einem der vorstehenden Ansprüche enthaltend als Triazinon ein Triazintrion.
Formulierung gemäß einem der vorstehenden Ansprüche, worin das Triazinon Toltrazuril und die polynukleare Eisen(III)-polysaccharid-Komplexverbindung Eisen(III)-Dextran ist.
Formulierungen gemäß einem der Ansprüche 1 bis 11, enthaltend einen oder mehrere Aufbaustoffe.
Verwendung der Formulierungen gemäß einem der vorstehenden Ansprüche zur Herstellung von Arzneimitteln.
Verwendung gemäß Anspruch 13 zur Herstellung von Arzneimitteln zur gleichzeitigen Behandlung von Coccidien-Infektionen und Eisenmangelzuständen.
Verwendung gemäß Anspruch 13 oder 14 zur Herstellung von Arzneimitteln zur oralen Behandlung.
Verwendung gemäß Anspruch 15 zur Herstellung von Arzneimitteln zur oralen Behandlung von Saugferkeln.
Verwendung gemäß einem Anspruch 15 zur Herstellung von Arzneimitteln zur oralen Behandlung von Ferkeln in dem Zeitraum von der Geburt bis 10 Tage nach der Geburt, bevorzugt in einem Zeitraum von der Geburt bis 3 Tage nach der Geburt.”
Formulering volgens conclusie 1, die 1 tot 30% (m/v), bij voorkeur 3-7% (m/V) triazinon bevat.
Formulering volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het gedispergeerde triazinon een deeltjesgrootte van d(v, 90) kleiner dan of gelijk aan 30 μm, bij voorkeur d(v, 90) kleiner dan of gelijk aan 20 μm en met bijzondere voorkeur d(v, 90) kleiner dan of gelijk aan 10 μm heeft.
Formulering volgens een der voorgaande conclusies met een concentratie aan ijzerverbinding van 10% (m/V) tot 30% (m/V) actief ijzer, bij voorkeur 11,4% (m/V) tot 25% (m/V), met bijzondere voorkeur echter 20% m/V tot 25% (m/V).
Formulering volgens een der voorgaande conclusies met een viscositeit - gemeten door het vormen van de gemiddelde waarden van de bij afschuifsnelheden van 128 s-1 en 256 s-1 met een kegel/plaat-opstelling van een rheometer gemeten waarden - die in een traject van 10 tot 2500 mPas, bij voorkeur in een traject van 20 tot 1500 mPas ligt.
Formulering volgens conclusie 1 op waterbasis.
Formulering volgens conclusie 1, die ten minste een meerwaardige alifatische alcohol bevat.
Formulering volgens een der voorgaande conclusies die een meerkernige ijzer(III)-polysaccharide-complexverbinding bevat, wiens meerkernige ijzerkern uit ß-FeO(OH)-eenheden bestaat en die polysaccharidemoleculen in de verdere coördineringssfeer bevat.
Formulering volgens conclusie 8, die een meerkernige ijzer(III)-polysaccharide-complexverbinding bevat die wordt gekozen uit: ijzer(III)-dextran, ijzer(III)-hydroxy-polymaltose / ijzer(III)-dextrien en een niet-stoichiometrische verbinding van meerkernig ß-FeO(OH) en saccharose en oligosacchariden.
Formulering volgens een der voorgaande conclusies, die als triazinon een triazinetrion bevat.
Formulering volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de triazinon toltrazuril en de meerkernige ijzer(III)-polysaccharide-complexverbinding ijzer(III)-dextran is.
Formuleringen volgens een der conclusies 1 tot en met 11, die een of meer bouwstoffen bevatten.
Toepassing van de formuleringen volgens een der voorgaande conclusies voor de bereiding van medicamenten.
Toepassing volgens conclusie 13 voor de bereiding van medicamenten voor de gelijktijdige behandeling van coccidia-infecties en ijzertekorttoestanden.
Toepassing volgens conclusie 13 of 14 voor de bereiding van medicamenten voor orale behandeling.
Toepassing volgens conclusie 15 voor de bereiding van medicamenten voor de orale behandeling van speenvarkens.
Toepassing volgens conclusie 15 voor de bereiding van medicamenten voor de orale behandeling van biggen in de periode van de geboorte tot 10 dagen na de geboorte, bij voorkeur in een periode van de geboorte tot 3 dagen na de geboorte.”
or A6 as closest prior art. OD considered the common presence of the two active substance components “triazinone” and ”Fe(III) polysaccharide complexes” in one formulation as the distinguishing feature. OD came to the conclusion that the claimed formulation is inventive if no technical effect other than the simplification of the treatment regimen is taken as the basis for the difference, and the problem to be solved is to provide a formulation that simplifies the administration of both active substances.
,Tierärztl. nr. 60 (2005), p. 365-371 (hierna: Kolb). Hierin is - onder meer - opgenomen:
- Die Zufütterung von 20 g Eisensulfat technischer Qualität je Sau im Zeitraum von 3 Tagen vor dem Abferkeltermin bis zum Absetzen der Ferkel. In 20 g FeS04 x 7 H2O sind 4 g Fe enthalten. Diese Methode ist sehr preisgünstig (…). Infolge der Fe-Zulage steigt der Fe-Gehalt der Fäzes auf 7 bis 9 mg je g TS an; ohne eine solche beträgt er etwa 1 bis 2 mg/g TS.
- Die orale Verabreichung eines Präparates von Fe-Dextran in einer Menge von 150 mg Fe von der 3. bis zur 8. Stunde nach der Geburt. Dadurch wird der Fe-Bedarf etwa bis zum 11. Tag nach der Geburt gedeckt (…). Die Moleküle des Fe-Dextrans werden in den ersten Stunden in gleicher Weise wie Immunglobuline in die Epithelzellen des Dünndarms aufgenommen (…).
- Die i.m. Verabreichung von einem Fe-Dextranpräparat mit einem Fe-Gehalt von 200 mg, dessen Moleküle vom Injektionsort schnell über die Lymphe abtransportiert werden und zur Bildung von Fe-Speichern verwendet werden (…). Der Hb-Gehalt des Blutes bleibt bis zum 24. Tag nach der Geburt im Normalbereich.
- Die orale Verabreichung von Fe-Lactat. (…)
3.Technische achtergrond
4.Het geschil
5.De beoordeling
Bevoegdheid
would) - en niet slechts kon (
could) - hebben opgelost op de wijze geclaimd in het octrooi. Of dat in dit geval zo is, zal worden onderzocht aan de hand van de PSA [21] , welk hulpmiddel partijen eveneens in hun argumentatie hanteren.
gemiddeldop dag 22 nog hemoglobinewaarden van boven de 9g/100 ml hebben (de in Streyl gemeten resultaten).
would’) komen tot de formulering zoals geclaimd in het octrooi. Dat wordt als volgt toegelicht.
a priorivan zal weerhouden om te onderzoeken of orale toediening van ijzerdextraan op (op zijn vroegst) dag 3 mogelijk is. Dat is naar voorlopig oordeel niet het geval. In de handboeken is ook opgenomen dat ijzerdextraan toegevoegd kan worden aan het
creep feed(zie Taylor onder 2.10.2 en de technische achtergrond onder 3.1) van biggen. Daaruit volgt dat orale toediening van ijzerdextraan na dag 1 toch leidt tot een zekere mate van absorptie van ijzerdextraan in het bloed en de vakman daarmee ook bekend is. Dat er gegeven de stand van de techniek sprake zou zijn van een vooroordeel tegen het oraal toedienen van ijzer later dan in de eerste levensuren van de biggen, is dan ook onvoldoende aannemelijk. Voor de oplossing van het probleem zal de vakman daarom de literatuur over orale opname van ijzerdextraan bestuderen. Onderdeel van deze literatuur zijn de publicaties van Ueda (vergelijk onder 2.10.1) en Gutzwiller (zie onder 2.10.3).
gelijktijdigetoediening van ijzerdextraan en toltrazuril geopenbaard. In Mundt wordt in een publicatie over toltrazuril de gelijktijdige toediening van ijzersupplementen (oraal of parenteraal) en ‘
antimicrobial substances’ geopenbaard. Omdat de vakman weet dat parenterale toediening van een ijzersupplement ijzerdextraan betreft, vertoont Mundt meer overeenkomstige kenmerken met het octrooi dan de andere twee documenten, die de OD bij haar beoordeling betrok.
antimicrobial substances’ wordt genoemd. Het verschil tussen de Folder en Mundt lijkt relevant omdat de OD in haar beslissing belang hecht aan die andere geneesmiddelen. In 6.4.6. (zie wederom onder 2.8) overweegt de OD immers dat ook andere combinaties dan toltrazuril en ijzerdextraan in een formulering een optie voor de vakman waren. Uitgaande van de Folder is dat niet meer het geval, omdat daarin de gelijktijdige toediening van alleen deze twee stoffen wordt genoemd (en waaraan bovendien “grote voordelen” worden toegedicht). Daarmee is de inventieve stap kleiner dan uitgaande van de meest nabije stand van de techniek die de OD heeft gehanteerd.