Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 januari 2017, met productie 1 tot en met 33;
- de akte houdende overlegging specificatie proceskosten van de zijde van Lilly ingekomen ter griffie op 31 januari 2017;
- de conclusie van antwoord ingekomen ter griffie op 3 februari 2017, met productie 1 tot en met 38;
- de mondelinge behandeling van 6 februari 2017 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities van Lilly, alsmede de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnota van Sandoz.
2.De feiten
‘Combination containing an antifolate and methylmalonic acid lowering agent’. De aanvraag voor EP 508 werd ingediend op 15 juni 2001 met beroep op de prioriteitsdata 30 juni 2000, 27 september 2000 en 18 april 2001 op basis van een drietal Amerikaanse octrooiaanvragen. De verlening van EP 508 is gepubliceerd op 18 april 2007. Het octrooi is van kracht tot en met 14 juni 2021.
Combination containing an antifolate and methylmalonic acid lowering agent” (waarvan de Nederlandse vertaling luidt: “
Samenstelling welke een antifolaat en methylmalonzuur verlagend middel bevat”). De conclusies van het octrooi luiden in de authentieke Engelse versie:
1. Toepassing van pemetrexed dinatrium bij het bereiden van een geneesmiddel voor toepassing bij combinatietherapie voor het remmen van tumorgroei bij zoogdieren, waarbij het geneesmiddel dient te worden toegediend in combinatie met vitamine B12 of een farmaceutisch derivaat daarvan, waarbij het farmaceutisch derivaat van vitamine B12 hydroxocobalamine, cyaan-10-chloorcobalamine, aquocobalamine perchloraat, aquo-10-chloorcobalamine perchloraat, azidocobalamine, chloorcobalamine of cobalamine is.
Using several human tumor cell lines adapted to growth in low folate medium, folic acid was shown to be 100- to 1000-fold less active than folinic acid at protecting cells from LY231514-induced cytotoxicity. The lethality of LY231514 was compared in mice maintained on standard diet or low folate diet. The LD50 occurred at 60- and 250-fold lower doses of LY231514 in DBA/2 and CD1 nu/nu mice, respectively, maintained on low folate diet compared to standard diet. The L5178Y/TK-/HX-murine lymphoma was much more sensitive to the antitumor action of LY231514 compared to wild type L5178Y-S tumors. For mice on low folate diet, LY231514 at 0.3 and 1 mg/kg (qd x 10, i.p.) produced 100% inhibition of L5178Y/TK-/HX-lymphoma growth, and significant lethality occurred at3 mg/kg. For mice on standard diet, LY231514 produced > 95% inhibition of tumor growth at 30 to 300 mg/kg, but all mice died at 800 mg/kg. Folic acid supplementation was demonstrated to preserve the antitumor activity of LY231514 while reducing toxicity. The combination of folic acid with LY231514 may provide a mechanism for enhanced clinical antitumor selectivity.
, LD50 values were determined in mice maintained on standard diet (SD) or on a special lowfolate diet (LFD) (35). MTA was administered ip daily for 10 d. It is estimated that mice on LFD consumed an average of approx 0.003 mg/kg/d of folic acid vs 0.75-1.5 mg/kg/d for mice on SD. Thus mice on SD had a daily intake of approx 250-500 times more folic acid than mice on LFD. MTA was more toxic to several different strains of mice maintained on LFD (Table 6), with the LD50 values being 30- to 250-fold lower than mice maintained on SD. A similar effect had been observed for antipurine antifolates such as lometrexol. The MTD of lometrexol on LFD was 1000- to 5000-fold lower than in mice maintained on SD (36). DHFR inhibitors such as methotrexate had a similar effect but to a lesser extent (50- to 100-fold, J.F. Worzalla, unpublished observation). The therapeutic index of MTA against the L5178Y/TK-/HX-tumor was greatly diminished when the mice were put on a LFD (2 wk) with no folate supplementation. Good antitumor activity was observed at 0.3 mg/kg and 1.0 mg/kg (ip daily X 10) doses only, and significant toxicity was observed for MTA at higher doses (Fig. 4). However, if daily folic acid supplementation (15 mg/d/mouse, po) was given in conjunction with MTA, excellent antitumor dose-response (10 mg/kg to 1000 mg/kg, with antitumor activity ranging from 80 to 100%) and no lethality were observed. This antitumor dose response (with folate supplementation) is identical to the dose response that was observed for MTA on mice fed with SD (Fig. 3). These data suggest that folate supplementation not only modulates the toxicity but also slightly enhances the antitumor response of MTA.”
9.HUMAN FOLATE STATUS
14. HOW DOES FOLIC ACID MODULATE TOXICITY?
There are a number of possible explanations for the preclinical and clinical observation that dietary folate levels modulate toxicity. As reviewed by Laohavinij and colleagues (43), these include:
1. A pharmacokinetic interaction,
2. Modulation of lometrexol transport.
3. An effect on lometrexol polyglutamation
4. An increase in intracellular folate pools in sensitive normal tissues.
17. CLINICAL DEVELOPMENT OF LY309887
18.CONCLUSION
In the absence of folic acid supplementation, patients treated with lometrexol in phase I clinical trials developed severe and cumulative myelosuppression and mucositis. The preclinical observations of the role of folic acid in preventing toxicity but preserving activity has been partially investigated in a clinical setting. We know that a 5 mg dose of folic acid given for 14 d around the dose of lometrexol allows at least 10 times more drug to be administered. Any effect on efficacy can of course not be evaluated except in the context of a phase II study. However it is encouraging to note that a number of partial responses were observed in the phase I clinical development in those patients who received folic acid supplementation. Similarly leucovorin given after dosing with lometrexol increases tolerance. Exactly how much folic acid needs to be given and for how long remains to be elucidated. We do know that an iv dose given 3 h before lometrexol is inadequate. These questions are being addressed in the clinical development of LY309887. The preclinical observations of an increasing therapeutic index at increased doses of folic acid are intriguing. It remains to be seen whether this translates into an effect clinically. However the preclinical profile of lometrexol and LY309887 are different and it would appear that the two molecules are also different clinically. (…)”
ex parteverbod verleend jegens Hexal met betrekking tot pemetrexed Sandoz. Bij uitspraak van 20 mei 2016 heeft het Landgericht München in een
inter partesprocedure het door haar gegeven voorlopige verbod bekrachtigd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
remaining pre-specified predictors” geen correlatie werd gevonden. Een gemiddelde vakman die Niyikiza 2 leest, zal echter zonder meer afleiden dat met die laatste term werd gedoeld op onder meer MMA en dat het onderzoek van Niyikiza onder 246 patiënten kennelijk geen verband had opgeleverd. Het is juist dat het ontbreken van een verband daarmee voor de gemiddelde vakman nog niet zal vaststaan, ook omdat Sandoz er terecht op wijst dat dit geen peer-reviewed artikel is, maar die vakman zal minst genomen uit de publicatie een duidelijke suggestie afleiden dat het verband er niet is. Omdat het MMA-gehalte een specifiekere marker voor vitamine B12 tekort is dan het homocysteïne-gehalte, zal een gemiddelde vakman daaruit afleiden dat het probleem juist niet bij vitamine B12 ligt maar bij één van de andere processen/stoffen die verband houden met een hoog homocysteïne-niveau. De gedachte van Sandoz dat een gemiddelde vakman deze informatie links zou laten liggen en toch toediening van vitamine B12 zou onderzoeken, is niet aannemelijk (vgl. overweging 5.5 uitspraak OD, zie r.o. 2.7 en de
inter partesbeslissing van het Landgericht München, r.o. 2.11). Zo dit al in hem opkomt dan zou deze gedachte er hoogstens een zijn van “
obvious to try” dan dat de gemiddelde vakman ertoe zou worden gebracht. Evenmin is juist het betoog van Sandoz dat Niyikiza 2 hooguit een “
pointer away” is en omdat het geen vooroordeel schept, geen inventiviteit kan verlenen. Zoals hiervoor is overwogen is de leer van Calvert niet dat vitamine B12 moet worden toegediend maar dat een hoog homocysteïne-gehalte een goede indicator is voor toxiciteit van pemetrexed en dat dit homocysteïne-gehalte door diverse factoren (waarvan vitamine B12 er één is) beïnvloed wordt. Voor de onderbouwing van de observatie dat het homocysteïne gehalte een goede indicator is, wordt verwezen naar Niyikiza 2. De leer van Calvert kan naar voorlopig oordeel zodoende op dit punt niet los worden gezien van wat er in Niyikiza 2 daadwerkelijk staat. Dat Calvert in zijn artikel niet tevens heeft opgenomen dat uit Niyikiza 2 kan worden afgeleid dat er geen correlatie is gevonden met het MMA-gehalte en derhalve niet met vitamine B12, doet aan het voorgaande onvoldoende af.
When I first heard about it, I thought it was crazy".
Jackmanheeft in haar deskundigenverklaring (productie E20) bevestigd dat de vakman niet zou hebben bedacht vitamine B12 toe te dienen, omdat hij/zij geen positief therapeutisch effect daarvan zou verwachten en bovendien zou verwachten dat het de werkzaamheid van pemetrexed zou verminderen.
increase in intracellular folate pools in sensitive normal tissues” er slechts een is. Bovendien sluit de paragraaf af met de opmerking dat “
Further studies are clearly needed to study both transport, polyglutamation, and folate pools in normal tissues.”
Malignant tumor: due to the action of vitamin B12 on tissue growth at high cell multiplication rates, the risk of progressive growth must be taken into account”. Daarnaast was in de SmPC van TOMUDEX (raltitrexed, een ander folaat dat wordt ingezet bij de behandeling van “
advanced colorectal cancer”, vgl. r.o. 4.8.) opgenomen (productie E28): “
Leucovorin (folinic acid), folic acid or vitamin preparations containing these agents must not be given immediately prior to or during administration of Tomudex', since they may interfere with its action.” Ook voor wat betreft wellicht het bekendste antifolaat methotrexaat werd gewaarschuwd dat vitamine preparaten (met foliumzuur) de werking kunnen verminderen (verklaring Jackman onder 15 met verwijzing naar de Physicians’ Desk Reference D40). Voorts verwijst de voorzieningenrechter naar de in r.o. 4.23 aangehaalde deskundigenverklaringen.