ECLI:NL:RBDHA:2019:6499
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvragen van Nigeriaanse eisers en de verantwoordelijkheid van Italië onder de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 24 juni 2019, zijn twee Nigeriaanse eisers betrokken die asiel aanvragen in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen niet in behandeling genomen, omdat Italië volgens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen. De eisers hebben hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij stellen dat Italië niet in staat is om hen adequate opvang te bieden, vooral na de invoering van het Salvini-decreet, dat volgens hen heeft geleid tot systematische tekortkomingen in de opvang van kwetsbare gezinnen.
De rechtbank heeft de argumenten van de eisers overwogen, waaronder de stelling dat Italië niet voldoet aan het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigen dat Italië nog steeds aan zijn verplichtingen voldoet en dat er geen structurele tekortkomingen zijn in de opvangomstandigheden. De rechtbank concludeert dat de eisers niet hebben aangetoond dat Italië niet in staat is om hen adequate zorg en opvang te bieden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de beroepen van de eisers ongegrond verklaard, met de overweging dat verweerder terecht heeft gesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat Italië zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. De rechtbank benadrukt dat de Italiaanse autoriteiten hebben gegarandeerd dat fundamentele rechten, waaronder de bescherming van minderjarigen en de gezinseenheid, worden gerespecteerd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.