De rechtbank is van oordeel dat deze stukken niet tot de conclusie leiden dat eiseres voldoende inspanningen heeft verricht en acht daartoe het volgende van belang.
In de eerste verklaring van Gogodutch (ook wel aangeduid als het Fangfei Nederlandse Taal Training instituut) is beschreven dat eiseres van 16 januari 2017 tot 28 februari 2017 een MVV cursus heeft gevolgd, dat eiseres hard en precies heeft gestudeerd en dat haar Nederlands begrip en luistervaardigheid aanzienlijk vooruitgegaan zijn, maar dat zij er nog niet in is geslaagd het examen te behalen en zij altijd zenuwachtig werd tijdens het examen. In de tweede verklaring wordt door Gogodutch verklaard dat eiseres aan een intensieve voltijdscursus heeft deelgenomen tussen 16 januari 2017 en 28 februari 2017, zij eerder Nederlands heeft gestudeerd alvorens zij zich heeft aangemeld maar niet in staat is geweest het examen te halen en dat door Gogodutch speciale begeleiding is geboden maar dat eiseres desalniettemin er niet in is geslaagd om het MVV examen te behalen. Voorts wordt eiseres door Gogodutch beoordeeld als een zwakke student met zeer beperkte leercapaciteiten en een matig geheugen, en wordt aangegeven dat zij een zwakke academische achtergrond heeft en analfabeet is en dat nervositeit een grote aanslag op haar prestatievermogen vormt. In de derde verklaring licht Gogodutch nader toe hoe de taalcursus was opgebouwd, en wordt aangegeven dat zij in totaal 120 uur les heeft gevolgd en dat naast de lesuren van eiseres 100 uur aan zelfstudie werd verwacht.
De rechtbank is van oordeel dat de tweede verklaring niet rijmt met de eerste verklaring van Gogodutch, nu in de tweede verklaring wordt gesteld dat zij een zwakke student is en in de eerste door Gogodutch juist wordt verklaard dat het Nederlands begrip van eiseres en haar luistervaardigheid aanzienlijk zijn vooruit gegaan, terwijl beide verklaringen dezelfde periode van (slechts) 6 weken betreffen. Eiseres heeft voor deze ongerijmdheid geen toereikende uitleg gegeven. Bovendien staat in de verklaring van Sunway dat zij deze cursus niet zou hebben afgemaakt en kon op de zitting niet nader worden verklaard over de speciale begeleiding, zoals genoemd in de tweede verklaring. Daar komt bij dat verweerder met betrekking tot de tweede verklaring van Gogodutch heeft opgemerkt dat in een andere zaak (met kenmerk AWB 18/1443) waarin de betreffende vreemdeling werd bijgestaan door dezelfde gemachtigde als in de onderhavige zaak, eenzelfde verklaring van Gogodutch met eenzelfde datum van 24 april 2018 met exact dezelfde bewoordingen is overgelegd, betrekking hebbend op een andere vreemdeling. Verweerder heeft die verklaring ook bijgevoegd. Ook hiervoor heeft eiseres ter zitting desgevraagd geen genoegzame uitleg gegeven. Verweerder heeft ten slotte met betrekking tot de derde verklaring van Gogodutch niet ten onrechte tegengeworpen dat eiseres niet heeft aangetoond hoe zij deze 100 uur aan zelfstudie heeft volbracht. Gelet daarop heeft verweerder aan de verklaringen van Gogodutch, zowel met betrekking tot de verrichte inspanningen als ook met betrekking tot gesteld beperkt leervermogen, niet de waarde hoeven hechten die eiseres daar graag aan wenst te zien toegekend.
Dit geldt tevens voor de verklaring van de schoondochter. De schoondochter verklaart dat zij eiseres helpt bij het herkennen van letters van het alfabet, maar onvoldoende is gebleken waar de hulp van de schoondochter precies uit heeft bestaan en bovendien is ter zitting gebleken dat de schoondochter de Nederlandse taal niet machtig is. Ook de verklaring van het dorpscomité en de foto’s hoefde verweerder niet tot een ander oordeel te brengen. Het dorpscomité verklaart immers dat eiseres maar één jaar scholing heeft genoten, hetgeen door verweerder niet wordt bestreden. Ook de foto’s waarin eiseres met een groep in een klaslokaal wordt afgebeeld zijn, gelet op het vorenstaande onvoldoende om de door haar gestelde inspanningen te onderbouwen.
Ook met betrekking tot de factuur en de schriftelijke verklaring van [naam 2] oordeelt de rechtbank dat deze geen onderbouwing vormen voor de stelling van eiseres dat zij zich voldoende heeft ingespannen. Ter zitting is immers gebleken dat de cursus waarop de factuur betrekking had geen doorgang heeft gevonden. In zijn schriftelijke verklaring beschrijft [naam 2] onder meer dat hij op 23 januari 2019, dus na het bestreden besluit, videocontact met eiseres heeft gehad. Hiervan zijn twee filmopnames bijgevoegd. Met deze gegevens kunnen de gestelde inspanningen echter evenmin worden onderbouwd. Voor zover de filmopnamen zijn bedoeld om aan te tonen dat eiseres een beperkt leervermogen heeft en daarom het inburgeringsexamen niet zal kunnen behalen, is de rechtbank van oordeel dat deze opnamen zich daartoe niet lenen. Dit omdat de reactie van eiseres past bij elk persoon die geen Nederlands spreekt, los van het leervermogen. In de schriftelijke verklaring geeft de heer [naam 2] aan dat bij eiseres sprake is van extreem analfabetisme waardoor zinvol onderwijs via een videokanaal niet mogelijk is, dat haar leerbaarheid klein is en dat zij na anderhalf jaar geen vorderingen heeft gemaakt. Deze conclusies kunnen echter niet worden gedragen door hetgeen [naam 2] met betrekking tot zijn eigen waarneming naar voren heeft gebracht, en lijken eerder gebaseerd op de stukken waarop eiseres zich beroept. Hier komt nog bij dat ook de heer [naam 2] blijkens zijn schriftelijke verklaring en zijn verklaring ter zitting niet uitsluit dat eiseres met geduldige en bekwame ondersteuning, anders dan met videogesprekken, resultaten kan boeken. Uit de verklaringen van de heer [naam 2] , noch de daarbij gevoegde filmopnamen kan dan ook de conclusie worden getrokken dat sprake is van voldoende inspanningen of dat het leervermogen van eiseres dusdanig is dat het niet mogelijk zou zijn binnen een redelijke termijn het inburgeringsexamen te halen.
Hetzelfde heeft verweerder kunnen vinden van het rapport van Sunway. Dit rapport, dat eiseres heeft overgelegd in relatie tot haar taalvaardigheid, bevat een beschrijving van de werkzaamheden die eiseres heeft verricht ten tijde van haar verblijf in Nederland. Voorts is in het rapport benoemd dat eiseres heeft deelgenomen aan een taalcursus en in het rapport is door de rapporteur, mevrouw [naam 4] , bevestigd dat eiseres de Nederlandse taal in woord en schrift niet machtig is. Ten slotte heeft mevrouw [naam 4] in dit rapport geconcludeerd dat eiseres, ook niet met een intensieve taalbegeleiding, binnen vijf jaar voor het inburgeringsexamen zal slagen. Nu uit het rapport niet blijkt waarop deze conclusie is gebaseerd en in dit rapport evenmin wordt beschreven welke inspanningen eiseres heeft verricht om het examen te behalen, heeft eiseres ook met dit rapport niet aangetoond dat eiseres problemen heeft met haar leervermogen waardoor het voor haar onmogelijk is om binnen een redelijke termijn het inburgeringsexamen succesvol af te ronden.
Van belang is verder nog dat verweerder in zijn beoordeling ook heeft betrokken dat eiseres slechts één jaar onderwijs heeft genoten. En in het bestreden besluit blijkt tevens dat verweerder eiseres erop heeft gewezen dat zij ter voorbereiding van het inburgeringsexamen gebruik kan maken van een zelfstudiepakket en dat dit pakket geschikt is voor verschillende opleidingsniveaus en ook studiemateriaal bevat voor analfabeten.
Dit brengt de rechtbank tot het oordeel dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat eiseres onvoldoende heeft aangetoond dat zij zich heeft ingespannen om het inburgeringsexamen te behalen. De stelling van eiseres dat het haar aan leervermogen ontbreekt, zodat het voor haar onmogelijk is om binnen een redelijke termijn het inburgeringsexamen te behalen, is onvoldoende onderbouwd, en heeft verweerder daarom niet tot een ander besluit hoeven brengen.