Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 december 2017 met producties;
- de conclusie van antwoord van 4 april 2018 met producties;
- het tussenvonnis van 25 april 2018, waarin een comparitie is bevolen;
- het proces-verbaal van comparitie van 7 februari 2019 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
de Eneco vennootschappen
Eneco Energy B.V.en
Shell EnergyNetherlands B.V. op als de beherend vennoten. ESE was een – relatief kortstondige – joint venture die N.V. Eneco en Shell in het najaar van 1999 zijn aangegaan voor de inkoop, handel en verkoop van elektriciteit op de (groot)zakelijke markt.
5.6.4
.
ENECO Energiehandelsbedrijf, gevestigd te Rotterdam’- aan de Staat onder meer geschreven:
Blijkens de voormelde uitspraak van het Hof van Justitie (rechtbank: bedoeld wordt eerder genoemd arrest van het HvJEG van 7 juni 2005
) zijn de bepalingen van de zogenaamde Netcode op grond waarvan invoercapaciteit bij voorrang is gereserveerd voor een viertal lopende, (SEP-) contracten in strijd met het gemeenschapsrecht. De hiervoor bedoelde prioritering is dientengevolge onrechtmatig. Mijn cliënten hebben als gevolg daarvan schade geleden. Zij houden de Staat voor die schade uitdrukkelijk aansprakelijk. Cliënten behouden zich het recht voor de Staat ter zake in rechte te betrekken. Voor zover nodig dient deze aanzegging te worden opgevat als een stuiting in de zin van artikel 3: 317 lid 1 BW.”
Aan deze brieven zijn gehecht drie stuitingsbrieven van respectievelijk 31 augustus 2004 en 6 december 2005. Namens de rechtspersonen voor wie ik de brieven van 6 december 2005 heb geschreven (hierna gezamenlijk “Eneco” te noemen), behoud ik mij namens hen – onder verwijzing naar de inhoud van genoemde brieven – opnieuw alle rechten voor. Ik voeg daar nog het volgende aan toe. Blijkens de uitspraak van het Hof van Justitie van 7 juni 2005 en de beslissing van het CBB van 24 mei 2006 zijn de bepalingen van de zogenaamde Netcode op grond waarvan invoercapaciteit bij voorrang is gereserveerd voor een viertal lopende, (SEP –) contracten in strijd met het gemeenschapsrecht. De hiervoor bedoelde prioritering is dientengevolge onrechtmatig. Dat is ook jegens Eneco het geval. Inmiddels heeft de rechtbank in Den Haag dat ook uitgemaakt in haar vonnis van 24 juni 2009, ook al heeft zij bij dat vonnis – naar het oordeel van Eneco: ten onrechte – geen veroordeling uitgesproken. Eneco houdt de geadresseerden onverkort aansprakelijk voor de door haar geleden schade. Deze brief behelst een stuiting als bedoeld in artikel 3:317 lid 1 BW.”
Er zijn meer partijen die behoren tot de groep van de rechtspersonen waartoe ook N.V. Eneco Beheer behoort, die ten gevolge van de onrechtmatige voorkeursbehandeling van Sep schade hebben geleden. Namens die partijen zijn eerder stuitingsbrieven gestuurd. Ik voeg de desbetreffende stuitingsbrieven, gedateerd 31 augustus 2004, 6 december 2005 en 21 augustus 2009 hierbij.