ECLI:NL:CBB:2002:AD9963
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- M.J. Kuiper
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in geschil over transportcapaciteit elektriciteit
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, gedateerd 30 januari 2002, zijn de appellanten Enron Nederland B.V. en 50 anderen in beroep gegaan tegen TenneT, Transmission System Operator B.V. De zaak betreft de vraag of TenneT als bestuursorgaan kan worden aangemerkt in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De appellanten stelden dat TenneT, als monopolist in de elektriciteitssector, onderhevig is aan overheidsinvloed en daarom als bestuursorgaan moet worden beschouwd. TenneT betwistte dit en stelde dat zij een private rechtspersoon is die niet met openbaar gezag is bekleed.
De procedure begon met beroepschriften van de appellanten tegen brieven van TenneT waarin deze aangaf geen bestuursorgaan te zijn. De appellanten voerden aan dat de Minister van Economische Zaken invloed heeft op de besluitvorming binnen TenneT, en dat TenneT bevoegdheden heeft die voortkomen uit publiekrechtelijke regelgeving. TenneT daarentegen stelde dat haar handelen uitsluitend privaatrechtelijk van aard is en dat zij geen publiekrechtelijke taken uitvoert.
Het College oordeelde dat het beheer van het landelijk hoogspanningsnet door TenneT plaatsvindt met privaatrechtelijke middelen en dat de weigering van TenneT om transportcapaciteit aan te bieden geen besluit is in de zin van de Awb. Het College concludeerde dat het niet bevoegd is om het geschil te beslechten, aangezien de geschillen over transportcapaciteit onder de Mededingingswet vallen en door de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit moeten worden behandeld. De uitspraak eindigt met de beslissing dat het College zich onbevoegd verklaart.