Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
zaaknummer: NL19.25579
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 december 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die de Nigeriaanse nationaliteit heeft. Eiser had op 2 juli 2019 een asielaanvraag ingediend in Nederland, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Dit besluit is genomen op basis van het Dublin-systeem, dat bepaalt welk land verantwoordelijk is voor de behandeling van asielaanvragen.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij stelt dat hij in Italië in schrijnende omstandigheden verkeert en dat er geen effectieve asielprocedure is. Hij heeft aangevoerd dat hij slachtoffer is van mensenhandel en dat hij psychische problemen heeft. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Italië zijn internationale verplichtingen niet nakomt. De rechtbank heeft het interstatelijk vertrouwensbeginsel bevestigd, dat inhoudt dat Nederland ervan uit mag gaan dat Italië zijn verplichtingen nakomt, ondanks de tekortkomingen in de opvang en asielprocedure die in eerdere uitspraken zijn vastgesteld.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eiser niet onder de reikwijdte van het arrest Tarakhel valt, omdat hij zijn gestelde psychische problemen niet voldoende heeft onderbouwd. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gedaan en kan binnen een week na bekendmaking worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.