Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 17 oktober 2019 in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , Zwitserland, eiseres
het Centraal Administratiekantoor (CAK), verweerder
Procesverloop
Overwegingen
1.1 Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1935 en woont sinds 1 juli 2011 in Zwitserland. Zij ontvangt een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) uit Nederland van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Eiseres is op grond van artikel 69, eerste lid, van de Zvw door het College voor Zorgverzekeringen (rechtsvoorganger van Zorginstituut Nederland en het CAK) per 1 juli 2011 als verdragsgerechtigde aangemerkt. Op grond van de Verordening EG 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (Vo 883/2004) heeft zij recht op zorg in Zwitserland ten laste van Nederland. De verzekeringsinstelling in Zwitserland Gemeinsame Einrichtung KVG heeft door middel van het formulier E-121 op 27 juli 2011 bevestigd dat eiseres recht heeft op medische zorg in Zwitserland.
1.2 Eiseres heeft tijdens een vakantie eind 2017, begin 2018 in Dubai medische kosten gemaakt tot een bedrag van AED ( Dubai Dirham) 350,- (omgerekend € 85,-) , die zij op 16 februari 2018 bij verweerder heeft gedeclareerd. Bij het primaire besluit heeft verweerder de vergoeding van deze kosten afgewezen. Dit besluit heeft verweerder na heroverweging gehandhaafd.
2. Het bestreden besluit berust op verweerders standpunt dat eiseres als verdragsgerechtigde aanspraak heeft op zorg in Zwitserland ten laste van Nederland. Zij heeft echter geen recht op verstrekkingen ingevolge de Zvw en ook niet op medische verstrekkingen tijdens een tijdelijk verblijf in Dubai .
3. Eiseres heeft in beroep samengevat gesteld dat de werking van de Vo 883/2004 niet beperkt is tot het grondgebied van de EU, de EER en Zwitserland, maar ook daarbuiten geldt. Zij is verder van mening dat de wetgeving van de bevoegde staat (Nederland) op haar van toepassing is en niet die van haar woonland Zwitserland. Eiseres vreest dat met de aanwijzing van de wetgeving van Zwitserland op haar situatie het vereiste Europeesrechtelijke sociale beschermingsniveau komt te vervallen. Verweerder heeft ten onrechte geen toepassing gegeven aan artikel 67 van de Vo 883/2004 en geen overleg gehad met het bevoegde woonlandorgaan. Volgens eiseres is er sprake van ongerechtvaardigd verschil in behandeling tussen Zvw-verzekerden en verdragsgerechtigde gepensioneerden die buiten Nederland in de EU, de EER, of Zwitserland wonen. Eerstgenoemden genieten voor medische kosten werelddekking. Voor eiseres geldt zo'n uitgebreide dekking niet. Ter onderbouwing van haar standpunten noemt eiseres het arrest Keller (C-145/03), Van Roosmalen (C-300/84), Van Delft (C-345/09) en Hosse (C-86/03). Verder beroept zij zich op Aanbeveling S2 van de Administratieve Commissie.
4. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of verweerder terecht heeft geweigerd de door eiseres in Dubai in 2017/2018 gemaakte zorgkosten te vergoeden.
4.1 De rechtbank stelt hierbij voorop dat eiseres sinds haar verhuizing naar Zwitserland in 2011 een zogeheten niet actieve verdragsgerechtigde is. Dat betekent dat zij met betrekking tot haar ziektekosten is onderworpen aan de Europese regels van de Vo 883/2004. Deze verordening bevat zogeheten aanwijsregels. Het werkingsgebied van de Vo 883/2004 bestaat uit de EU, de EER en Zwitserland. De van toepassing zijnde aanwijsregels (artikel 19 en 24 van de Vo 883/2004) wijzen het woonland Zwitserland (en niet Nederland) aan als het land waar eiseres aanspraak heeft op zorg. De in het woonland gemaakte zorgkosten brengt Zwitserland vervolgens bij Nederland in rekening. Uit de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 30 december 2015 (ECLI:NL:CRVB:2015:4938) volgt dat Nederland als pensioenland alleen verantwoordelijk is voor de betaling van kosten van zorg in het woonland. Eiseres krijgt in het woonland zorg volgens het (basis)woonlandpakket, maar heeft daar geen (basis)verzekering. De rechtbank stelt vast dat het woonlandpakket niet voorziet in de vergoeding van kosten gemaakt buiten het werkingsgebied van de Vo 883/2004 (de rechtbank wijst in dit verband op de beschikking van de Gemeinsame Einrichtung KVG van 5 oktober 2018, r.o. 19).
4.2 Eiseres is van mening dat het werkingsgebied van de Vo 883/2004 ruimer is dan hiervoor aangegeven. Zij meent dan ook aanspraak te hebben op vergoeding van zorgkosten die zij buiten de EU, de EER of Zwitserland (in dit geval in Dubai ) heeft gemaakt.
Dat geldt ook voor het beroep op het arrest Van Roosmalen . Daarin werd aangenomen dat Vo 1408/71 (de voorganger van Vo 883/2004) onder omstandigheden ook buiten de EU werking had voor een werknemer, in dat geval een priester-missionaris, die gedurende zijn werkzame leven grotendeels buiten de EU had gewerkt. Ook daarmee komt de situatie van eiseres niet overeen.
De conclusie van de rechtbank is dat de door eiseres in Dubai gemaakte zorgkosten niet op grond van Vo 883/2004 voor vergoeding in aanmerking komen.