Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 20 juni 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder de herhaalde aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. Daarnaast heeft verweerder aan eiser een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaar.
Overwegingen
‘Kunt u dat moment eens beschrijven?’uit A&MR 2018, no.2. Daarmee stelt eiser zich op het standpunt dat aan hem niet tegengeworpen kan worden dat hij onvoldoende zou verklaren over zijn seksuele geaardheid. Verweerder blijft echter aan eiser tegenwerpen dat hij niet voldoende heeft kunnen verklaren over zijn proces van bewustwording en zelfacceptatie, onder verwijzing naar de vorige asielprocedure. Eiser voert voorts aan dat het toetsingskader zoals dat is vastgesteld in Werkinstructie 2015/9 geen stand kan houden. Daarnaast doet eiser een beroep op een recent, op 23 juni 2018, gepubliceerd onderzoek van mr. S. Jansen in samenwerking met COC Nederland met als titel
‘trots of schaamte?’. Volgens eiser is de meerderheid van de daarin genoemde stereotyperingen in zowel deze als in de vorige procedure gehanteerd door verweerder. Voorts heeft eiser verwezen naar de brief
van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 4 juli 2018 over de wijzigingen in de beoordeling door de IND van LHBT zaken en de in dat verband tot stand gekomen nieuwe werkinstructie.
10 mei 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1256) heeft de Afdeling eerder, kort weergegeven, geoordeeld dat verweerder aan de hand van de onderzoeksmethode zoals was opgenomen in Werkinstructie 2015/9 op een zorgvuldige manier onderzoek deed naar een gestelde seksuele gerichtheid. De rechtbank volgt verweerder in zijn stelling dat de nieuwe Werkinstructie 2018/9 een aanscherping van de vorige werkinstructie inhoudt en ziet geen aanleiding voor het oordeel dat de gewijzigde werkinstructie nu anders beoordeeld dient te worden.
mr. S. Jansen overweegt de rechtbank het volgende. Dit onderzoek bevat grotendeels dezelfde elementen als het artikel van drs. Renkens. In het onderzoek van mr. Jansen wordt onder andere, net als in het artikel van drs. Renkens, betoogd dat niet uitgegaan dient te worden van stereotypen bij het beoordelen van asielzaken met LHBTI-motieven. De rechtbank volgt verweerder in zijn stelling dat dit onderzoek geen afbreuk doet aan de toepasbaarheid van de nieuwe Werkinstructie 2018/9. Verweerder stelt zich terecht op het standpunt dat kritieken betrokken kunnen worden bij het aanpassen van het beleid, maar dat het niet leidend is voor de totstandkoming daarvan omdat veel verschillende aspecten daarbij een rol spelen. Dat de termen ‘zelfacceptatie’ en ‘bewustwording’ niet meer expliciet genoemd worden in de nieuwe werkinstructie betekent niet dat deze elementen in dit soort zaken in het geheel niet meer beoordeeld hoeven te worden. Ze behoren nog steeds bij het authentieke verhaal dat eiser dient te kunnen vertellen over zijn eigen ervaringen en persoonlijke beleving met betrekking tot de gestelde seksuele gerichtheid.