Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eisende partij sub 1],
[eisende partij sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 maart 2017, met producties 1 tot en met 14;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 4;
- het tussenvonnis van 28 juni 2017;
- de op 6 november 2017 ontvangen brief van NAM met productie 4;
- de op 7 november 2017 ontvangen brief van [eisende partij sub 1 c.s.] met producties 15 tot en met 17;
- de op 30 januari 2018 ontvangen brief van NAM met producties 5 en 6;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 februari 2018.
2.De feiten
7.4 In deze koopovereenkomst is zoveel mogelijk begrepen de overdracht van alle aanspraken die verkoper ten aanzien van de onroerende zaak kan of zal kunnen doen gelden tegenover derden, waaronder begrepen de bouwer(s), onderaannemer(s), installateur(s), architect(en) en leverancier(s), zoals wegens verrichte werkzaamheden of aan de onroerende zaak toegebrachte schade, zonder dat verkoper tot vrijwaring verplicht is. Deze overdracht vindt plaats per de datum van de eigendomsoverdracht. (…)”
Alle aanspraken die verkoper ten aanzien van het verkochte kan of zal kunnen doen gelden tegenover derden, waaronder begrepen bouwers, (onder)aannemers, installateurs en leveranciers gaan over op koper. Voor zover deze aanspraken niet kunnen gelden als kwalitatieve rechten als bedoeld in artikel 251 boek 6 van het Burgerlijk Wetboek is verkoper verplicht op eerste verzoek van koper aan een overdracht mee te werken”.
Er is geen oorzakelijk verband aangetroffen tussen de door de schademelder getoonde schade en de bevingen. De aangetroffen schades zijn mogelijk veroorzaakt door zetting, (thermische) werking materialen, ontbreken lateiconstructie, ontbreken dilataties en krimp”.
[a]anwezige scheurvorming die (duidelijk) significant is verergerd tijdens de bevingen”.
verhinderde vervorming, overbelasting en weersinvloeden”. Volgens de zienswijze zijn deze aspecten als enige oorzaak van de schade aan te merken. [eisende partij sub 1 c.s.] concludeert in zijn zienswijze dat er onomstotelijk causaal verband is vastgesteld tussen de geïnduceerde bevingen en de onstane schades.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
alle aanspraken die verkoper ten aanzien van de onroerende zaak kan of zal kunnen doen gelden tegenover derden”.Dat de bij de verkoop betrokken partijen een bepaalde vordering hiervan wilden uitsluiten blijkt niet uit de tekst van de koopovereenkomst en NAM heeft ook los daarvan geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan daarvan uitgegaan zou moeten worden. Gesteld noch gebleken is dat de vorige eigenaren van de woning zelf een vordering bij NAM hebben ingediend, waardoor zij deze niet meer hadden kunnen overdragen. Dat artikel 7.4 alleen ziet op contractuele aanspraken, zoals NAM heeft aangevoerd, kan evenmin worden aangenomen. De in de eerste zin van deze overweging geciteerde passage duidt daar niet op en in het betreffende artikel worden ook aanspraken “ter zake van aan de onroerende zaak toegebrachte schade” genoemd.