I voor recht wordt verklaard dat bij overgang van de scholen naar de stichtingen:
1. de artikelen 7:662 tot en met 7:666 Burgerlijke Wetboek (BW) niet van toepassing waren;
2. de ambtenaren die onmiddellijk voor de overname op deze scholen werkzaam waren en na de overname bij de stichtingen werkzaam waren in dienst zijn genomen door de stichtingen als bedoeld in artikel 47 Wfsv;
3. dat derhalve de stichtingen in aanmerking kwamen voor de premievrijstelling als bedoeld in artikel 47 Wfsv vanaf het moment van in dienst nemen van deze werknemers;
voorts voor recht wordt verklaard dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld jegens de respectievelijke stichtingen door de verzoeken tot ambtshalve herziening (en zo alsnog de premievrijstelling te verlenen) niet te honoreren;
II de Staat te veroordelen
primairbij wijze van schadevergoeding tot het alsnog in behandeling nemen van de ingediende verzoeken tot herziening van de aanslagen premieheffing, met inachtneming van hetgeen door de rechtbank voor recht wordt verklaard, met bepaling dat wanneer de Staat zulks niet doet binnen vier weken na de datum waarop dit vonnis gewezen wordt, tot betaling aan de betreffende stichting van het volgende:
1. BOOR € 1.219.071 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 334.090
2. OSVS € 121.219 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 36.857
3. Marenland € 65.020 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 17.864
4. Fier € 79.937 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 21.963
5. ASG € 618.128 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 169.831
6. Prokind € 113.524 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 31.191
7. SOOOG € 205.303 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 62.406
8. SOZW € 177.091 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 48.656
9. Promes € 50.608 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 13.905
10. Archipel € 136.177 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 41.625
11. Opron € 139.136 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 38.228
12. Leerplein055 € 298.965 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 90.472
13. 3Primair € 90.667 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 24.911
14. Galilei € 120.381 en aan heffingsrente tot 1 oktober 2016 € 33.075
telkens te vermeerderen met de heffingsrente vanaf 1 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
subisidiair
tot vergoeding van de schade aan de stichtingen van de volgende bedragen
1. BOOR € 1.554.011
2. OSVS € 158.076
3. Marenland € 82.884
4. Fier € 101.900
5. ASG € 787.959
6. Prokind € 144.715
7. SOOOG € 267.709
8. SOZW € 225.747
9. Promes € 64.513
10. Archipel € 177.802
11. Opron € 389.437
12. Leerplein055 € 389.437
13. 3Primair € 115.578
14. Galilei € 153.456
telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
III zowel
primairals
subsidiair:tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten overeenkomstig het Besluit Incassokosten (BIK) aan de stichtingen als volgt:
tot vergoeding van de schade aan de stichtingen van de volgende bedragen
1. BOOR € 8.197,75
2. OSVS € 2.850,47
3. Marenland € 1.941,65
4. Fier € 2.170,74
5. ASG € 6.914,90
6. Prokind € 2.688,80
7. SOOOG € 3.767,39
8. SOZW € 3.513,52
9. Promes € 1.718,36
10. Archipel € 3.089,15
11. Opron € 3.083,85
12. Leerplein055 € 4.503,84
13. 3Primair € 2.336,24
14. Galilei € 2.794,57
telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
IV tot betaling van de kosten van dit geding, met de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.