ECLI:NL:RBDHA:2018:549
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting ondanks onjuiste locatieduiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonende te [plaats], en de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag. De eiser had een naheffingsaanslag parkeerbelasting ontvangen van € 62,70, bestaande uit € 1,70 aan belasting en € 61 aan kosten voor naheffing. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat de parkeercontroleur had geconstateerd dat er geen geldig parkeerkaartje of vergunning aanwezig was op het moment dat de auto van eiser geparkeerd stond op een aangewezen parkeerplaats aan [straat 1].
De eiser stelde dat de naheffingsaanslag onterecht was, omdat op de aanslag een andere straatnaam was vermeld dan de straat waar hij daadwerkelijk had geparkeerd. De verweerder, de heffingsambtenaar, verdedigde de aanslag door te stellen dat de gps-coördinaten van het parkeervak waren gekoppeld aan het dichtstbijzijnde adres, omdat er geen adressen zijn ter hoogte van het parkeervak aan [straat 1].
De rechtbank oordeelde dat, aangezien niet in geschil was dat de verschuldigde parkeerbelasting niet was voldaan, de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. De rechtbank vond dat de vermelding van een onjuiste straatnaam geen reden gaf om de naheffingsaanslag te vernietigen, omdat het tarief voor de locatie [adres] en [straat 1] gelijk was. De rechtbank concludeerde dat er geen twijfel kon bestaan over de feitelijke parkeerlocatie van eiser, en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.