ECLI:NL:RBDHA:2018:15861
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van homoseksuele man uit Trinidad en Tobago en de beoordeling van de risico's bij terugkeer
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 5 december 2018 uitspraak gedaan in het beroep van een man uit Trinidad en Tobago die asiel heeft aangevraagd in Nederland. De man, die homoseksueel is, vreesde voor vervolging en geweld bij terugkeer naar zijn land van herkomst. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had zijn aanvraag afgewezen, omdat de problemen die hij ondervond niet als ernstig genoeg werden beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom de man niet in aanmerking kwam voor bescherming. De rechtbank erkende de geloofwaardigheid van de seksuele geaardheid van de eiser en de problemen die hij had ondervonden, maar vond dat de staatssecretaris niet voldoende had gekeken naar de algemene situatie van homoseksuelen in Trinidad en Tobago. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet had aangetoond dat de man bij terugkeer geen gevaar zou lopen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de uitspraak in acht genomen moet worden. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de eiser.