Uitspraak
Rechtbank den haag
[de bewindvoerder] ,in zijn hoedanigheid van bewindvoerder van de hierna vermelde gedaagde sub 2, als vennoot van de [de Vennootschap] te [plaats 1] ,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, heeft de Stichting Landelijke Instelling voor Maatschappelijke Ondersteuning en Rehabilitatie (LIMOR) een vordering ingesteld tot ontruiming van een woning. De gedaagde, wiens vermogen onder bewind is gesteld, heeft verweer gevoerd, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat LIMOR niet ontvankelijk is in haar vordering jegens de gedaagde. De bewindvoerder, die niet is verschenen, wordt veroordeeld om de woning te ontruimen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder de formele procespartij is die optreedt ten behoeve van de rechthebbende, en dat LIMOR niet-ontvankelijk is in haar vorderingen tegen de gedaagde. De voorzieningenrechter heeft de bewindvoerder veroordeeld in de proceskosten van LIMOR, terwijl LIMOR ook in de kosten van de gedaagde wordt veroordeeld. Het vonnis is uitgesproken op 8 november 2018.