ECLI:NL:RBDHA:2018:14390
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing opvolgende asielaanvraag wegens gebrek aan nieuwe elementen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 december 2018 uitspraak gedaan in een procedure over de opvolgende asielaanvraag van eiser, een Iraakse nationaliteit, die eerder meerdere asielaanvragen heeft ingediend. De rechtbank heeft de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had zijn aanvraag ingediend op basis van nieuwe documenten die hij wilde overleggen, maar de rechtbank oordeelde dat deze documenten niet als nieuwe feiten of omstandigheden konden worden aangemerkt, omdat de authenticiteit ervan niet kon worden vastgesteld. Eiser had eerder al een asielaanvraag ingediend die was afgewezen, en de rechtbank oordeelde dat hij niet had aangetoond dat hij niet eerder de relevante informatie had kunnen aanleveren. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken en benadrukte dat het aan eiser was om de authenticiteit van de documenten aan te tonen. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag terecht niet-ontvankelijk was verklaard en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door rechter G.P. Kleijn, in aanwezigheid van griffier A.E. Maas. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.