In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 14 november 2018, vorderde eiser vernietiging van de rechtshandeling waarbij CAI B.V. de rechten en verplichtingen uit de koopovereenkomst met betrekking tot appartementsrechten had overgedragen aan Bricks & Concrete B.V. Eiser stelde dat deze overdracht paulianeus was, omdat het doel was om hem te benadelen in zijn verhaalsmogelijkheden. Eiser vorderde ook hoofdelijke veroordeling van CAI, Bricks en [gedaagde A] tot betaling van een contractuele boete van € 180.000, die CAI was opgelegd wegens niet-nakoming van de koopovereenkomst van een pand. De rechtbank oordeelde dat de levering van de appartementsrechten aan Bricks niet als paulianeus kon worden aangemerkt, omdat CAI niet als contractspartij was opgetreden en er geen benadeling van eiser was aangetoond. De rechtbank verwierp ook de vordering tot vereenzelviging van CAI en Bricks, omdat eiser geen uitzonderlijke omstandigheden had aangevoerd die dit rechtvaardigden. Tot slot werd de aansprakelijkheid van [gedaagde A] als bestuurder van CAI afgewezen, omdat hij niet kon worden verweten dat hij de koopovereenkomst had gesloten, gezien de omstandigheden en de risico's die inherent zijn aan ondernemerschap. De rechtbank wees de vorderingen van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten.