Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 november 2018 in de zaken tussen
[eiseres], te [plaats], eiseres
Procesverloop
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 november 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. Dhalganjansing, heeft beroep ingesteld tegen besluiten van het Uwv die betrekking hebben op terugvorderingen van uitkeringen en loonbeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Uwv op goede gronden heeft besloten om niet terug te komen van de terugvorderingsbesluiten van 9 november 2015 en 9 december 2015, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. Eiseres had eerder verzocht om intrekking van deze besluiten, maar het Uwv heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat een vrijspraak in een strafzaak niet automatisch leidt tot de conclusie dat eerdere bestuursrechtelijke besluiten onjuist zijn. De rechtbank heeft ook de argumenten van eiseres over nieuwe feiten en omstandigheden, waaronder een vonnis van de politierechter en arresten van de Hoge Raad, verworpen. De rechtbank concludeert dat de besluiten van het Uwv rechtmatig zijn en dat er geen aanleiding is voor schadevergoeding of proceskostenveroordeling. De beroepen van eiseres zijn ongegrond verklaard.