ECLI:NL:RBDHA:2018:12652
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2014
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonende te [plaats], en de inspecteur van de Belastingdienst. De eiser had beroep ingesteld tegen een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2014, die door de inspecteur was gehandhaafd na een uitspraak op bezwaar op 12 april 2018. De eiser had in 2014 een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 46.489 opgegeven, maar ook een verlies uit onderneming van -/- € 48.427, wat door de inspecteur niet werd geaccepteerd. De rechtbank heeft onderzocht of de activiteiten van eiser een bron van inkomen vormden en of er sprake was van een objectieve voordeelsverwachting. Eiser voerde aan dat hij actief was in de film- en televisieproductie, een sector met een lange opstartfase, en dat hij in 2018 een contract had gesloten met Aram Alehsan Holding ltd, wat zou leiden tot toekomstige inkomsten. De rechtbank oordeelde echter dat eiser onvoldoende bewijs had geleverd voor een objectieve voordeelsverwachting in 2014, gezien de negatieve resultaten in de voorgaande jaren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat indien in de toekomst positieve resultaten worden behaald, eiser zich opnieuw tot de inspecteur kan wenden.