ECLI:NL:RBDHA:2018:11869
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Cubaanse transgender vrouw afgewezen wegens onvoldoende zwaarwegende problemen met autoriteiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Cubaanse vrouw, die als transgender leeft. Eiseres heeft een asielaanvraag ingediend op basis van haar genderidentiteit en de problemen die zij heeft ondervonden met de Cubaanse autoriteiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres, geboren als man, zich identificeert en kleedt als vrouw. Eiseres heeft aangegeven dat zij door de Cubaanse politie is opgepakt en lastiggevallen vanwege haar uiterlijk, dat niet overeenkwam met haar identiteitspapieren. Ondanks deze ervaringen heeft de rechtbank geoordeeld dat de problemen die eiseres heeft ondervonden niet van voldoende gewicht zijn om te concluderen dat zij een reëel risico loopt op vervolging of ernstige schade bij terugkeer naar Cuba.
De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder haar stelling dat zij als staatsgevaarlijk wordt gezien door de DTI, niet overtuigend geacht. De rechtbank heeft verwezen naar recente uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waaruit blijkt dat LHBTI-personen in Cuba niet systematisch worden vervolgd. De rechtbank concludeert dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij vanwege haar genderidentiteit in Cuba niet kan functioneren of dat zij een reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en de asielaanvraag afgewezen.