ECLI:NL:RBDHA:2018:10627
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Iraanse kledingontwerper met bekering tot het christendom
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2018 uitspraak gedaan in het beroep van een Iraanse eiser die een verblijfsvergunning asiel had aangevraagd. De eiser, geboren in 1980, heeft de Iraanse nationaliteit en heeft op 6 december 2015 zijn aanvraag ingediend. De aanvraag werd eerder afgewezen, maar het beroep daartegen werd gegrond verklaard, waardoor de zaak opnieuw werd beoordeeld. De eiser heeft aangevoerd dat hij problemen heeft ondervonden vanwege zijn werkzaamheden als kledingontwerper en zijn bekering tot het christendom. Hij stelde dat hij in Iran werd vervolgd vanwege zijn geloof en dat hij gevaar loopt bij terugkeer. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de problemen die de eiser heeft ervaren niet geloofwaardig zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de eiser inconsistent zijn en dat hij niet overtuigend heeft aangetoond dat hij daadwerkelijk gevaar loopt als gevolg van zijn bekering. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bevestigd, omdat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag gegrond is op omstandigheden die een rechtsgrond voor verlening vormen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.