ECLI:NL:RBDHA:2017:9200
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Tj. Gerbranda
- J.J.W.P. van Gastel
- J.H. van Breda
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van verblijfsvergunning na langdurig verblijf in Nederland wegens gepleegde misdrijven
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 juli 2017 uitspraak gedaan over de intrekking van de verblijfsvergunning van eiser, die sinds 1985 in Nederland verblijft. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, heeft gedurende zijn verblijf in Nederland een aantal misdrijven gepleegd, waarvoor hij in totaal 78 maanden gevangenisstraf heeft gekregen. De rechtbank overweegt dat, ondanks de gepleegde misdrijven, de lange periode van rechtmatig verblijf van bijna 31 jaar in Nederland niet voldoende is gewogen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) bij de beslissing om de verblijfsvergunning in te trekken. De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd gesteld dat de lange verblijfsduur van een vreemdeling in Nederland een belangrijk aspect is dat meegewogen moet worden in de beoordeling van de openbare orde. De rechtbank concludeert dat de IND onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de beëindiging van het verblijf van eiser een noodzakelijke en proportionele inbreuk op zijn recht op privéleven zou zijn. De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de IND en treft een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat er opnieuw op het bezwaar van eiser is beslist. Tevens wordt de IND veroordeeld in de proceskosten van eiser.