Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[verzoeker 1],
1.De procedure
- het op 28 september 2016 ingekomen verzoekschrift,
- het op 22 maart 2017 ingekomen verweerschrift,
- de brief van de heer [gemachtigde 1] van 23 maart 2017.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben verzoekers, beiden wonende te Den Haag, een rekestprocedure aangespannen tegen de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) met betrekking tot de verwerking van hun persoonsgegevens. Het verzoekschrift is op 28 september 2016 ingediend, na eerdere correspondentie met VNG over de inzage in de verwerking van hun persoonsgegevens. VNG had eerder aangegeven dat de gegevens van verzoekers waren verwerkt op het forum Gemeenterecht en in het vraag- en briefregistratiesysteem. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 maart 2017 zijn de gemachtigden van verzoekers en vertegenwoordigers van VNG verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat VNG op 16 augustus 2016 op het verzoek van verzoekers heeft gereageerd, maar dat verzoekers recht hebben op een gedetailleerder overzicht van de ontvangers van hun persoonsgegevens. De rechtbank oordeelt dat VNG als verwerker van persoonsgegevens op het forum moet worden aangemerkt en dat zij verantwoordelijk is voor de verwerking van deze gegevens. De rechtbank heeft het verzoek van verzoekers om een schriftelijke mededeling over de verwerking van hun persoonsgegevens afgewezen, omdat VNG inmiddels aan haar verplichtingen heeft voldaan.
De rechtbank beveelt VNG om binnen vier weken na betekening van de beschikking een volledig schriftelijk overzicht te verstrekken van de ontvangers van de persoonsgegevens van verzoekers met betrekking tot het vraag- en briefregistratiesysteem, alsmede van de herkomst van de persoonsgegevens. VNG wordt ook veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 79,00 aan griffierecht en € 904,00 aan salaris voor de gemachtigde van verzoekers. De beschikking is gegeven door mr. G.H.I.J. Hage en in het openbaar uitgesproken op 18 mei 2017.