ECLI:NL:RBDHA:2017:444
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de forfaitaire rendementsheffing in box 3 voor het jaar 2015
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 januari 2017 uitspraak gedaan in een belastingkwestie betreffende de forfaitaire rendementsheffing in box 3 voor het jaar 2015. Eiser, die in bezwaar was gegaan tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor dat jaar, stelde dat het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen te hoog was vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de belastingdienst het belastbaar inkomen correct had vastgesteld en dat de forfaitaire rendementsheffing niet in strijd was met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van de Hoge Raad, waarin was geoordeeld dat het forfaitaire stelsel van box 3 niet in strijd is met de mensenrechten. Eiser had niet aannemelijk gemaakt dat het forfaitaire stelsel voor hem leidde tot een individuele, buitensporig zware last. De rechtbank concludeerde dat de wetgever een ruime beoordelingsvrijheid heeft bij het vaststellen van belastingregels en dat de gekozen forfaitaire rendementsheffing gerechtvaardigd is. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees de proceskosten af.