Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Standpunt van de partijen
4.De beoordeling
is het schikkingsvoorstel door een onafhankelijke en deskundige partij getoetst
is het schikkingsvoorstel goed en betrouwbaar gedocumenteerd.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 april 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot het bevelen van een dwangakkoord, ingediend door [verzoeker] in het kader van de schuldsaneringsregeling. [Verzoeker] heeft op 30 december 2016 een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, vergezeld van een verzoek tot instemming met een door hem aangeboden schuldregeling. Tijdens de zitting op 23 maart 2017 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de schuldhulpverlener en de registeraccountant van [verzoeker]. De rechtbank heeft vastgesteld dat ING, een van de schuldeisers, inmiddels had ingestemd met de schuldregeling, terwijl de andere schuldeisers, geldvoorelkaar.nl en DBV Finance, niet verschenen waren op de zitting.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het is gebleken dat de buitengerechtelijke schuldregeling niet was uitgevoerd door een persoon of instelling die onder artikel 48 lid 1 van de Wet op het consumentenkrediet valt. Dit was een cruciale voorwaarde voor de toewijsbaarheid van het verzoek. De rechtbank oordeelde dat de betrokkenheid van de vestigingsmanager van Oxyz, die de schuldregeling had uitgevoerd, niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De rechtbank concludeerde dat er geen onafhankelijke en deskundige toetsing van het akkoord had plaatsgevonden, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om een bevel op voet van artikel 287a van de Faillissementswet.
De rechtbank heeft het verzoek van [verzoeker] afgewezen en zijn WSNP-verzoek als ingetrokken beschouwd, aangezien hij niet in de WSNP wilde blijven. De uitspraak biedt inzicht in de vereisten voor een dwangakkoord en de rol van de betrokken partijen in het schuldsaneringsproces.