ECLI:NL:RBDHA:2017:13653
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging naheffingsaanslagen parkeerbelasting wegens onjuiste locatievermelding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, X, en de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag over twee opgelegde naheffingsaanslagen parkeerbelasting. De naheffingsaanslagen waren opgelegd omdat eiser geparkeerd zou hebben op een locatie die niet was aangewezen voor betaald parkeren. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslagen, maar de gemeente verklaarde de bezwaren ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 26 oktober 2017 werd duidelijk dat de naheffingsaanslagen waren gebaseerd op een onjuiste locatievermelding. De rechtbank oordeelde dat de locatie waar eiser had geparkeerd een essentieel onderdeel is van het belastbare feit en dat deze correct op de naheffingsaanslag vermeld moest worden. Aangezien de locatie op de naheffingsaanslagen niet correct was, was de naheffingsaanslag niet rechtsgeldig. De rechtbank vernietigde de naheffingsaanslagen en verklaarde de beroepen gegrond.
De rechtbank oordeelde verder dat de onjuiste locatievermelding het gevolg was van het systeem dat door de gemeente werd gebruikt, waarbij GPS-coördinaten aan het dichtstbijzijnde adres werden gekoppeld. Dit risico kwam voor rekening van de gemeente. De rechtbank besloot ook dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, omdat eiser geen kosten had gemaakt die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.