Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[handelsnaam gedaagde],
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 mei 2017, met producties 1 tot en met 13;
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
assurance. De rechtbank is er ambtshalve mee bekend dat een (register)accountant, zeker als die accountant niet de huisaccountant is, die
assuranceniet kan geven. Toewijzing van het gevorderde leidt derhalve gemakkelijk tot executieproblemen. Een minder verstrekkende opdracht tot het maken van een “rapport van feitelijke bevindingen”, zoals door gerechtshof
’s-Hertogenbosch [2] voorgestaan, biedt naar het oordeel van de rechtbank de merkhouder geen extra zekerheid ten aanzien van de juistheid van de opgave, omdat de accountant daarin kennelijk volgens zijn gedragsregels geen conclusies mag trekken. De accountant kan niet verklaren dat de opgave een getrouwe weergave van de werkelijkheid vormt en/of dat er geen aanwijzingen zijn dat de opgave onjuist of onvolledig is. Gelet op de beperkte zekerheid die een rapport van feitelijke bevindingen daardoor aan eiseres zal bieden en gelet op het feit dat aan de veroordeling tot het doen van opgave een dwangsom wordt verbonden, rechtvaardigt dat niet de aanzienlijke kosten die daarmee gemoeid zijn, althans heeft eiseres zulks niet inzichtelijk gemaakt. [3] Om die reden zal de rechtbank de gevorderde inschakeling van een accountant niet toewijzen. De vordering tot het doen van opgave zal voor het overige worden toegewezen op de wijze als in het dictum vermeld.