Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
€ 260.363,36, bij gebreke van betaling te vervangen door in totaal 365 dagen hechtenis.
(€ 296.884,71 en het aantal nog resterende dagen vervangende hechtenis) aan [eiser] een waarschuwing tenuitvoerlegging vervangende hechtenis doen toekomen.
3.Het geschil
magmaar ook
moetworden ten uitvoer gelegd. Artikel 561 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) bepaalt dat een strafvonnis zo spoedig mogelijk wordt geëxecuteerd. Dat uitgangspunt geldt ook voor de tenuitvoerlegging van opgelegde schadevergoedingsmaatregelen. In artikel 561 lid 3 Sv is bepaald dat het openbaar ministerie uitstel van betaling kan verlenen of betaling in termijnen kan toestaan.
voorlopigebetalingsregeling laat onverlet dat [eiser] er - in de brief van 18 september 2011 van het CJIB - voorafgaand aan die instemming nadrukkelijk op is gewezen dat
volledigebetaling (van de schadevergoedingsmaatregel) binnen een beperkte termijn van in beginsel maximaal 36 maanden dient te zijn voldaan. Op grond daarvan heeft [eiser] kunnen en moeten begrijpen dat een betalingsregeling van € 200,-- niet binnen die beperkte termijn tot volledige betaling zou kunnen leiden.